3.6 Werkwoordelijk gezegde

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3.6 Werkwoordelijk gezegde
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3.6 Werkwoordelijk gezegde
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands, laat het nog even dicht. 



Slide 2 - Slide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Voorbeeld: als er staat schrijf de zin over, doe je dat. 




Slide 3 - Slide

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen. 
namen van de leerlingen toevoegen 

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
namen van de leerlingen toevoegen

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, daarna aan de slag. 
namen van de leerlingen toevoegen

Slide 4 - Slide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- kun je het werkwoordelijk gezegde (WWG) benoemen in een gegeven zin. 

Slide 5 - Slide

Verdiept arrangement
Aan de slag of meedoen met instructie?
Lees en maak les 3.6 opdr. 15. 
Ga aan de groepstafel op de gang bij juf Eva zitten.  

Klaar? 
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toetsen/lezen/tekene/Smartgame. 

Slide 6 - Slide

Minicheck:
Quiz mee!

Heb je alle 3 de vragen goed? 
Dan mag je daarna zelfstandig aan de slag. 

Niet alle 3 de vragen goed? 
Niet erg! Doe mee met de instructie. 

Slide 7 - Slide

Noteer het werkwoordelijk gezegde uit de zin:
De parkiet vliegt door de kamer

Slide 8 - Open question

Noteer het werkwoordelijk gezegde uit de zin:
De parkiet kan uren door de kamer vliegen

Slide 9 - Open question

Noteer het werkwoordelijk gezegde uit de zin:
De parkiet wil het liefst vrij kunnen vliegen.

Slide 10 - Open question

4. Instructie
Werkwoorden: doe-woorden. LET OP! ook vormen van hebben/zijn/worden horen bij de werkwoorden. 

- Persoonsvorm (PV): hoe vind je die ook alweer?
Er waren 3 manieren. Weet je ze nog?

Slide 11 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
Een zin is een verzameling woorden. De werkwoorden in de                zin vertellen wat er gebeurt of wat iemand doet. 
We noemen alle werkwoorden samen 
                       het werkwoordelijk gezegde (wwg). 

Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit één of meer          werkwoorden (zie filmpje 'wwg' in de theorie van eDition).

Slide 12 - Slide

Wat is het werkwoordelijk gezegde (wwg) in deze zin?
De grasparkiet vliegt door de kamer?
A
De grasparkiet
B
door
C
vliegt
D
de kamer

Slide 13 - Quiz

Wat is het wwg in deze zin?
De tamme grasparkiet kan uren door de kamer vliegen.
A
De tamme grasparkiet
B
uren
C
kan
D
kan vliegen

Slide 14 - Quiz

Wat is het wwg in deze zin?
De tamme grasparkiet wil het liefst vrij kunnen vliegen.
A
De tamme grasparkiet
B
wil kunnen vliegen
C
wil kunnen
D
wil

Slide 15 - Quiz

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 3.6 opdr. 14 op blz. 105. 

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Kom aan de instructietafel zitten. 
Dan gaan we samen aan de slag. 

Slide 16 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt : les 3.5 
B/I: opdr. 14 op blz. 105.

Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets/lezen/tekenen/Smartgame. 
timer
30:00

Slide 17 - Slide

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Huiswerk: 
dinsdag 30 november 2021 --> Les 3.6 opdr. 14 (B/I) of 15(V).


Slide 18 - Slide

Noteer het WWG uit de volgende zin:
Jij moet je boek nog kaften

Slide 19 - Open question

Noteer het WWG uit de volgende zin:
Je moet er snel eens gaan kijken

Slide 20 - Open question

Noteer het WWG uit de volgende zin:
Je hebt vandaag het WWG leren toepassen

Slide 21 - Open question

Afsluiting
- Ruim je boek en schrift van NE op als je klaar bent en alle opdrachten hebt nagekeken.

Volgende lesuur: mens & maatschappij.

Slide 22 - Slide