This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Wat gaan we deze les doen?
- Terugkoppeling vorige les
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
Slide 1 - Slide
Doelen van deze les
Aan het einde van deze les:
-Kun je het werkwoordelijk gezegde in een zin benoemen;
-Kun je de zelfstandige naamwoorden in een zin benoemen;
-Kun je de lidwoorden in een zin benoemen.
Slide 2 - Slide
Werkwoordelijk gezegde
Een zin is een verzameling woorden. De werkwoorden in de zin vertellen wat er gebeurt of wat iemand doet.
We noemen alle werkwoorden samen
het werkwoordelijk gezegde (wwg).
Het werkwoordelijk gezegdebestaat uit één of meer werkwoorden (zie filmpje 'wwg' in de theorie van eDition
Slide 3 - Slide
Wat is het werkwoordelijk gezegde (wwg) in deze zin? De grasparkiet vliegt door de kamer?
A
De grasparkiet
B
door
C
vliegt
D
de kamer
Slide 4 - Quiz
Wat is het wwg in deze zin? De tamme grasparkiet kan uren door de kamer vliegen.
A
De tamme grasparkiet
B
uren
C
kan
D
kan vliegen
Slide 5 - Quiz
Wat is het wwg in deze zin? De tamme grasparkiet wil het liefst vrij kunnen vliegen.
A
De tamme grasparkiet
B
wil kunnen vliegen
C
wil kunnen
D
wil
Slide 6 - Quiz
WWG
Maak opdr. 14 en 15.
KLAAR?
-Lezen
timer
15:00
Slide 7 - Slide
Zelfstandig naamwoord
Woorden voor mensen, dieren en dingen noem je zelfstandige naamwoorden.
Bijvoorbeeld:
Woorden voor mensen: vader, moeders, neefje, nichtjes.
Woorden voor dieren: hond, katten, biggetje, varkentjes.
Woorden voor dingen die je kunt zien: tafel, stoelen, schrift.
Woorden voor dingen die je niet kunt zien: geloof, vertrouwen.
Slide 8 - Slide
Zelfstandig naamwoord
Voor een zelfstandig naamwoord kun je altijd de, het of een zetten.
Een zelfstandig naamwoord kan enkelvoud zijn (voorbeeld: man), meervoud (mannen), een verkleinwoord enkelvoud (mannetje) of een verkleinwoord meervoud (mannetjes).
Slide 9 - Slide
Zelfstandig naamwoord
Ook namen zijn zelfstandig naamwoorden:
namen van mensen en dieren, maar ook namen van plaatsen, rivieren en landen.