Voltooide deelwoorden eindigen op -en: gelopen, verdronken, gesneden.
Ze veranderen nooit, ook niet als ze bijvoeglijk worden gebruikt:
de gelopen race, het verdronken schaap, het gesneden brood
Uitzonderingen op deze regel vormen deelwoorden die eindigen op -n.
Als je deze bijvoeglijk gebruikt, moet je zo kort mogelijk schrijven.
(vergaan – vergane, gezien – geziene)
Eindigen op -d of -t: gered, gewit
Als je ze bijvoeglijk gebruikt, komt er een -e achter.
Je schrijft ze dan:
– zoals je ze hoort: het geredde paard, het gewitte plafon
– zo kort mogelijk: de gehate dictator, de gepote bloembollen