H1L17 - 3HC - 1.7 Grammatica woordsoorten - dinsdag








: )


Dinsdag

Planning van dit uur
  • Tien minuten stillezen

  • Bespreken huiswerk
  • Soorten werkwoorden 



Aan het einde van deze les

  • weet je weer welke soorten werkwoorden er zijn;
Welkom 3HD

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson








: )


Dinsdag

Planning van dit uur
  • Tien minuten stillezen

  • Bespreken huiswerk
  • Soorten werkwoorden 



Aan het einde van deze les

  • weet je weer welke soorten werkwoorden er zijn;
Welkom 3HD

Slide 1 - Slide

Stillezen
Wat
Lees in stilte uit je leesboek
Hoe
Individueel 
Hulp
Geen
Tijd
Tien minuten
Uitkomst
Over dit verhaal maak jij jouw boekverslag
Klaar
Hierna gaan we verder met de les
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Bespreken huiswerk
Opdracht 1 van 1.8 Grammatica woordsoorten


Hierna: stilstaan bij de soorten werkwoorden. Vragen over andere woordsoorten? Vraag het tijdens het stil werken!

Slide 3 - Slide

Wat doe je als je iemand koppelt? 
Een werkwoord kan dat ook

Slide 4 - Slide

Wat is 'ben' voor woord in de volgende zin?

Ik ben ziek.
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 5 - Quiz

Wat is 'ben' voor woord in de volgende zin?

Ik ben ziek geworden.
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 6 - Quiz

Wat is 'geworden' voor woord in de volgende zin?

Ik ben ziek geworden.
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 7 - Quiz

Wat voor soort werkwoord is 'dansen' in deze zin:

Gisteren tijdens het feestje was mijn zus
de hele avond aan het dansen.

A
Zelfstandig werkwoord
B
Koppelwerkwoord
C
Hulpwerkwoord

Slide 8 - Quiz

Wat voor soort werkwoord is 'was' in deze zin:

Gisteren tijdens het feestje was mijn zus
de hele avond aan het dansen.

A
Zelfstandig werkwoord
B
Koppelwerkwoord
C
Hulpwerkwoord

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Soorten werkwoorden
Soort werkwoord
Kenmerken
Voorbeeld
Zelfstandig werkwoord
(fietsen, dansen, springen, kijken) 
- werkwoordelijk gezegde
- duidelijke betekenis
- heeft geen ander werkwoord nodig
- één per wg (andere ww zijn hww) 
Zijn vader zingt onder de douche. 
Koppelwerkwoord
(zijn, worden, blijven) 
- naamwoordelijk gezegde
- koppelt onderwerp aan naamwoordelijk deel
- één per ng (andere werkwoorden zijn hww) 
Hij wordt vast zanger. 
Hulpwerkwoord
(zijn , hebben, worden, zullen, willen, kunnen) 
- samen met zelfstandig ww: werkwoordelijk gezegde
Igor kan ook mooi zingen.
- samen met koppelwerkwoord: naamwoordelijk gezegde
Sarah wil later dokter worden. 
Wederkerend werkwoord
- heeft het woord 'zich' (wederkerend voornaamwoord) nodig om compleet te zijn
Wij vergissen ons vaak.

Slide 11 - Slide

                   Individueel werken 
timer
0:30
Wat
Maak opdracht 2 t/m 14 van 1.8 Grammatica woordsoorten (online)
Hoe
Individueel, eerst vijf minuten in stilte daarna rustig overleggen
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna: steek je vinger op, dan kom ik langs
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze stof komt terug op de toets
Klaar
Lees in je leesboek

Slide 12 - Slide

Samenvatting van de les
Jij
  • weet nu weer welke woordsoorten er zijn, waaronder de soorten werkwoorden.

Huiswerk 
Maak opdracht 2 t/m 14 van 1.8 Grammatica woordsoorten (online)

    Slide 13 - Slide