What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Voegwoorden
Voegwoorden
Wat is een voegwoord?
Een voegwoord is een woord dat twee korte zinnen, woordgroepen of woorden aan elkaar koppelt.
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Alfabetisering NT2
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Voegwoorden
Wat is een voegwoord?
Een voegwoord is een woord dat twee korte zinnen, woordgroepen of woorden aan elkaar koppelt.
Slide 1 - Slide
Which "voegwoorden"
do you know?
Slide 2 - Mind map
Wat is een voegwoord?
Voegwoord = conjunction
Today:
maar, en, dus, of, want / omdat, als, terwijl, toen
Slide 3 - Slide
Nevenschikkend =
coordinating
maar = but
en = and
dus = so
of = or
want = because
Slide 4 - Slide
Two main sentences
Ik eet graag appels. Ik eet graag bananen. (and)
Ik drink graag thee. Ik drink niet graag koffie. (but)
Slide 5 - Slide
Two main sentences
Ik eet graag appels. Ik eet graag bananen.
Ik eet graag appels
en
ik eet graag bananen.
Ik drink graag thee. Ik drink niet graag koffie.
Ik drink graag thee,
maar
ik drink ook graag koffie.
Slide 6 - Slide
Two main sentences
Het regent buiten. Ik blijf binnen (so)
Je kunt hier naar rechts. Je kunt hier naar links (or)
Slide 7 - Slide
Two main sentences
Het regent buiten. Ik blijf binnen (so)
Het regent buiten, dus ik blijf binnen
Je kunt hier naar rechts. Je kunt hier naar links (or)
Je kunt hier naar rechts of je kunt hier nar links.
Slide 8 - Slide
Woordvolgorde = word order
Subject verb
conjunction
subject - verb
Het regent
buiten,
dus
ik blijf
binnen
Je kunt
hier naar rechts
of
je kunt
hier nar links.
Slide 9 - Slide
Onderschikkend =
submissive
omdat = because
als = if
terwijl = while
toen = when
Slide 10 - Slide
Two main sentences
Ik ga slapen. Het is laat (because)
Ik ga eten. Ik heb honger (if)
Slide 11 - Slide
Two main sentences
Ik ga slapen. Het is laat (because)
Ik slapen,
omdat
het laat is.
Ik ga eten. Ik heb honger (als)
Ik ga eten,
als
ik honger heb.
Slide 12 - Slide
Two main sentences
Ik zing. Ik doe de was (while).
Ik ga naar bed. Het werd donker (when)
Slide 13 - Slide
Two main sentences
Ik zing, terwijl ik de was doe. (while).
Ik ging naar bed, toen het donker werd (when)
Slide 14 - Slide
Woordvolgorde = word order
subject verb > verb goes
to end
the sentence
Ik zing, terwijl
ik
de was
doe.
(while).
Ik ging naar bed, toen
het
donker
werd
(when)
Slide 15 - Slide
Wat is geen voegwoord:
A
terwijl
B
want
C
dus
D
fiets
Slide 16 - Quiz
Wat is geen voegwoord?
A
of
B
wanneer
C
want
D
dus
Slide 17 - Quiz
Wat is geen voegwoord?
A
en
B
in
C
dus
D
want
Slide 18 - Quiz
Wat is geen voegwoord?
A
als
B
soms
C
want
D
omdat
Slide 19 - Quiz
Wat is een voegwoord?
A
de
B
toen
C
mijn
D
boom
Slide 20 - Quiz
Ik begrijp het!
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 21 - Poll
More lessons like this
Groep 5-6 | taal | voegwoorden
August 2024
- Lesson with
47 slides
by
NTC DEF@ctO nl L.P
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 5,6
NTC DEF@ctO nl E.E
Dag 3
September 2024
- Lesson with
13 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Dag 3
March 2024
- Lesson with
13 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Dag 3
October 2023
- Lesson with
13 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
voegwoorden/samengestelde zinnen
June 2023
- Lesson with
30 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Blok 4 - les 15 - voegwoorden
February 2025
- Lesson with
12 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
Groep 4 | taal | voegwoorden
August 2024
- Lesson with
24 slides
by
NTC DEF@ctO nl L.P
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 4
NTC DEF@ctO nl E.E
Want / omdat
May 2024
- Lesson with
20 slides
NT2
Secundair onderwijs