Wat zijn indicaties voor een suprapubische cathter
Acute en chronische urineretentie die onvoldoende met een urethrale katheter kan worden afgevoerd.
Urineweg- en blaasinfecties die steeds terugkomen (recidiveren) en slecht te behandelen zijn. Dit verlaagt de weerstand en de algehele conditie van de zorgvrager. Infecties in de buurt van de blaas: prostatitis (ontsteking van de prostaat) en urethritis (ontsteking van de plasbuis).
Obstructie of vernauwing van de urinebuis, afwijkende anatomie van de urethra.
Complicaties bij langdurige urethrale katheterisatie.
Langdurige katheterisatie die wordt toegepast om incontinentie te behandelen.
Bekkentrauma.
Gecompliceerde urethrale of abdominale ingrepen.
Fecale incontinentie waarbij de urethrale katheter voortdurend wordt bevuild.