This lesson contains 19 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
9.3 Hoog- en laagconjunctuur
Slide 1 - Slide
Programma
Kennismaking
Terugblik
Leerdoelen
Hoogconjunctuur
Laagconjunctuur
Conjunctuurklok
Terugblik op de leerdoelen
Slide 2 - Slide
Kennismaking
Slide 3 - Slide
Het verkleinen van de inkomens verschillen noemen we
A
Denivellering
B
Nivellering
C
Lorenzcurve
Slide 4 - Quiz
Leerdoelen
Aan het eind van de les weet de leerling wat laagconjuntuur is en kan daarvan kenmerken benoemen
Aan het eind van de les weet de leerling wat hoogconjuctuur is en kan daarvan kenmerken benoemen
Slide 5 - Slide
Laagconjunctuur
Consumentenvertrouwen ligt laag
Vraag naar goederen laag
Vraag naar werknemers laag
Werkloosheid omhoog
Slide 6 - Slide
Voorbeeld:
Waar zie je laagconjunctuur en wat zou de oorzaak kunnen zijn?
Slide 7 - Slide
Voorbeeld:
Waar zie je laagconjunctuur en wat zou de oorzaak kunnen zijn?
2e kwartaal, corona maatregelen
Slide 8 - Slide
Hoogconjunctuur
Consumentenvertrouwen ligt hoog
Vraag naar goederen hoog
Vraag naar werknemers hoog
Werkloosheid laag
Slide 9 - Slide
Maar....
Lage werkloosheid
Slide 10 - Slide
Maar....
Lage werkloosheid
Personeel eist hoge lonen
Slide 11 - Slide
Maar....
Lage werkloosheid
Personeel eist hoge lonen
Prijzen van producten stijgen
Slide 12 - Slide
Maar....
Lage werkloosheid
Personeel eist hoge lonen
Prijzen van producten stijgen
Inflatie
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Opdracht (10 minuten)
Er komt een eindbattle tussen de 'wappies' (anti-coronavaccin) en de 'schapen' (pro-coronavaccin) in Nederland. Door deze oorlog komt er een laagconjunctuur, want de consumenten hebben geen vertrouwen in de economie.
Jullie zijn de overheid en moeten de economie redden. Hoe gaan jullie dit oplossen? (maak 2 en/of 3 tallen en gebruik het internet)
Slide 16 - Slide
Bespreken
Slide 17 - Slide
Terugblik op de leerdoelen
Aan het eind van de les weet de leerling wat laagconjuntuur is en kan daarvan kenmerken benoemen
Aan het eind van de les weet de leerling wat hoogconjuctuur is en kan daarvan kenmerken benoemen
Slide 18 - Slide
1 Waarom heeft het BBP betrekking tot de conjunctuur?
2 Bij welke periodes zie je laagconjunctuur?
3 Bekijk de conjunctuurklok, welke indicatoren lopen vaak voor op de conjunctuur en welke indicatoren lopen vaak achter?