This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
In een laagconjunctuur is er weinig vraag naar goederen, dus weinig productie, met als gevolg weinig werkgelegenheid en dus hoge werkloosheid.
Hoogconjunctuur:
stijgende lonen en stijgen prijzen (inflatie).
sprake van loon-prijsspiraal ( hogere prijzen leiden tot hogere lonen vica versa)
Laagconjunctuur: werkloosheid