What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 7
oefenen en herhalen
1 / 36
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
This lesson contains
36 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoofdstuk 7
oefenen en herhalen
Slide 1 - Slide
In hoofdstuk 7 hebben jullie geleerd hoe je een lineaire grafiek bij een situatie kan maken.
Hierbij hoorde een stappenplan.
In hoofdstuk 7 hebben jullie geleerd hoe je een lineaire grafiek bij een situatie kan maken.
Hierbij hoorde een stappenplan;
Hoe zat dat ook al weer?!
Slide 2 - Slide
Opdracht:
Zet het stappenplan in de goede volgorde!
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5
maak van de situatie een regel in woorden
maak een tabel
maak een grafiek
maak een pijlenketting
maak een formule
Slide 3 - Drag question
1
Maak van de situatie een
regel met woorden
2
Maak van de regel met woorden een
pijlenketting
3
Maak van de pijlenketting een
formule
4
Maak van de formule een
tabel
5
Maak van de tabel een
grafiek
Het stappenplan:
Slide 4 - Slide
1
Maak van de situatie een
regel met woorden
2
Maak van de regel met woorden een
pijlenketting
3
Maak van de pijlenketting een
formule
4
Maak van de formule een
tabel
5
Maak van de tabel een
grafiek
Het stappenplan:
Slide 5 - Slide
Hoe goed ken je hoofdstuk 7 nu?
Hoe goed ken je hoofdstuk 7 nu eigenlijk?
Dat gaan we testen aan de hand van een.......
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Mijn computer is stuk!
De reparateur komt langs en rekent €20 voorrijkosten. Daarna rekent hij €10 per kwartier dat hij bezig is.
Als hij een uur bezig is, wat zijn dan de totale kosten?
A
€20
B
€30
C
€40
D
€60
Slide 8 - Quiz
Mijn computer is stuk!
De reparateur komt langs en rekent €20 voorrijkosten. Daarna rekent hij €10 per kwartier dat hij bezig is.
Wat zijn de grootheden?
A
bedrag en tijd
B
C
euro's en aantal kwartieren
D
de kosten en aantal kwartieren
Slide 9 - Quiz
Paragraaf 4. HAVO
Grootheden
en
eenheden
Langs de assen van het assenstelsel staan de namen. Daarin staan altijd grootheden en eenheden:
Lengte in
cm
, hierbij is Lengte de
grootheid
en
cm
de
eenheid
.
Tijd in
uren
, hierbij is Tijd de
grootheid
en
uren
de
eenheid
.
Slide 10 - Slide
Mijn computer is stuk!
De reparateur komt langs en rekent €20 voorrijkosten. Daarna rekent hij €10 per kwartier dat hij bezig is.
Wat hoort er bij het IN getal?
.......
IN getal
UIT getal
x 10
A
de voorrijkosten
B
de kosten
C
aantal kwartieren
D
bedrag in euro's
Slide 11 - Quiz
Mijn computer is stuk! De reparateur komt langs en rekent €20 voorrijkosten. Daarna rekent hij €10 per kwartier dat hij bezig is.
Wat zijn de grootheden?
Mijn computer is stuk! De reparateur komt langs en rekent €20 voorrijkosten. Daarna rekent hij €10 per kwartier dat hij bezig is.
aantal kwartieren totale kosten
Wat komt er op pijl B te staan?
A
B
A
: 20
B
+ 20
C
+ 10
D
x 10
Slide 12 - Quiz
Hoe maak je hier nu een formule van?
Je haalt eigenlijk alleen maar de pijlen weg.
Mijn computer is stuk! De reparateur komt langs en rekent €20 voorrijkosten. Daarna rekent hij €10 per kwartier dat hij bezig is.
aantal kwartieren totale kosten
x 10
+20
Slide 13 - Slide
De kosten van het huren van een fiets kan je als volgt berekenen;
aantal dagen
x 7,50
+ 10
kosten in euro's
Welke formule hoort hierbij?
A
aantal dagen x 7,50 +10= bedrag in euro's
B
aantal dagen +10 x 7,50= bedrag in euro's
Slide 14 - Quiz
De kosten van het huren van een fiets kan je als volgt berekenen;
aantal dagen
x 7,50
+ 10
kosten in euro's
Hoeveel kost het huren van een fiets voor 6 dagen?
A
€20
B
€60
C
€45
D
€55
Slide 15 - Quiz
Probeer eens zelf een situatie bij deze pijlenketting te verzinnen:
...... ......
x 3
+ 5
Slide 16 - Open question
Nog een andere situatie-
Slide 17 - Slide
Ik heb 2GB (= 2000MB) aan data tegoed.
Ik kijk iedere dag
2 filmpjes van 100MB
.
Hoeveel data heb ik nog na 2 dagen?
A
1100MB
B
1600 MB
C
1800MB
D
1900MB
Slide 18 - Quiz
Ik heb 2GB (= 2000MB) aan data tegoed.
Ik kijk iedere dag
2 filmpjes van 100MB
.
Wanneer is mijn data tegoed op?
A
na 20 dagen
B
na 5 dagen
C
na 10 dagen
D
na 100 dagen
Slide 19 - Quiz
Ik heb 2GB (= 2000MB) aan data tegoed.
Ik kijk iedere dag
2 filmpjes van 100MB
.
Vul de formule aan:
2000 - aantal dagen x ..... = data tegoed
Wat moet er op de plek van de puntjes?
A
100
B
2 x 100
Slide 20 - Quiz
Ik heb 2GB (= 2000MB) aan data tegoed.
Ik kijk iedere dag
2 filmpjes van 100MB
.
Als je naar de tabel kijkt, wordt het dan een stijgende grafiek of een dalende grafiek?
tijd
0
1
2
10
data
2000
1800
1600
0
A
stijgend
B
dalend
Slide 21 - Quiz
Als ik een grafiek maak, waar komen dan de IN- getallen te staan?
A
langs de x-as
B
langs de y-as
Slide 22 - Quiz
Als je een grafiek tekent, welke volgorde kan je dan hetb beste aanhouden?
1
2
3
4
5
teken een assenstelsel
kies een geschikte stapgrootte voor elke as
gebruik eventueel een zaagtand
zet de grootheden en eenheden langs de assen
teken de grafiek met potlood
Slide 23 - Drag question
A
B
Welke grafiek is een lineaire grafiek?
A
A
B
B
C
A en B
D
geen van beiden
Slide 24 - Quiz
En de winnaar is......
Slide 25 - Slide
Heb je nog een vraag of een onderwerp waar je graag iets meer nog over wil weten?
Slide 26 - Open question
Nog een allerlaatste keer het stappenplan:
Slide 27 - Slide
1
Maak van de situatie een
regel met woorden
2
Maak van de regel met woorden een
pijlenketting
3
Maak van de pijlenketting een
formule
4
Maak van de formule een
tabel
5
Maak van de tabel een
grafiek
Het stappenplan:
Slide 28 - Slide
Voor degenen die het Havo onderdeel nog even willen meedoen wat betreft
formule bij een grafiek
die kunnen nog even mee oefenen.
De rest wens ik veel succes met de toets volgende week!
!! Deadline aftekenen: 31 januari 23:59 met foto's in een bericht in Its Learning !!
Slide 29 - Slide
Hoe stel je een formule op bij een lineaire grafiek?
1
2
3
4
Maak bij de grafiek een tabel met waarden die je goed kunt aflezen
Lees in de grafiek de beginwaarde af !
Reken uit hoeveel de grafiek stijgt per horizontale stap van 1. (per één stapje naar rechts)
Gaat de grafiek over
tijd
en
bedrag
? Dan heeft de formule de vorm:
tijd
x ... + ... =
bedrag
Slide 30 - Drag question
tijd in min
0
bedrag in €
20
30
20
40
40
60
50
wat zijn handige waarden die je makkelijk kan aflezen?
Zet deze in de tabel
Slide 31 - Slide
tijd in min
0
20
40
60
bedrag in €
20
30
40
50
Lees nu de begin waarde af:
20
Slide 32 - Slide
tijd in min
0
20
40
60
bedrag in €
20
30
40
50
Hoeveel stijgt de grafiek per horizontale stap van 1?
€0,50
Slide 33 - Slide
tijd in min
0
20
40
60
bedrag in €
20
30
40
50
Welke formule kunnen we nu hierbij opstellen?
tijd in min x €0,50 + 20= bedrag in euro's
Slide 34 - Slide
Zijn er nog vragen?
Slide 35 - Open question
Slide 36 - Slide
More lessons like this
Evenredigheden vrij diff
February 2021
- Lesson with
49 slides
Secundair onderwijs
RE+OE+NE + vraagstukken (G17temG20)
October 2022
- Lesson with
49 slides
Wiskunde
Secundair onderwijs
3.4 en 3.5
September 2024
- Lesson with
19 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Extra oefenen
January 2021
- Lesson with
17 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
WI 2T P5 - 8.2 Vergelijkingen
April 2024
- Lesson with
40 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
3.4 Terugrekenen
September 2022
- Lesson with
11 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
3.4 Terugrekenen
September 2022
- Lesson with
14 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Woordformules
January 2021
- Lesson with
19 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1