Di 1 oktober Stappenplan moeilijke woorden

Stappenplan moeilijke woorden

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Stappenplan moeilijke woorden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan moeilijke woorden
  1. Zoek naar een synoniem
  2. Zoek naar een antoniem
  3. Zoek naar een beschrijving in de tekst
  4. Kijk naar de delen waaruit het woord is opgebouwd
  5. Zoek naar een voorbeeld in de tekst
  6. Kijk naar de afbeelding bij de tekst
  7. Zoek de betekenis op in het woordenboek

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

3.11 stappenplan moeilijke woorden...

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Kunnen

Je weet de betekenis van nieuwe schooltaalwoorden.

Je weet de betekenis van nieuwe woorden uit teksten.

Je kent het stappenplan moeilijke woorden.



Het stappenplan moeilijke woorden gebruiken



Weten

Slide 4 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Stappenplan moeilijke woorden.
Je leest een woord dat je niet kent.
Wat is GEEN stap in dit stappenplan?
A
Kijk naar de plaatjes bij de tekst
B
Kijk naar bekende stukjes in het woord
C
Lees een stukje terug of verder en kijk of het woord wordt uitgelegd
D
Je bekijkt eerst goed de spelling van het woord

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de tweede stap in het stappenplan moeilijke woorden?
A
je leest een stukje vooruit
B
je kijkt naar bekende stukjes in het woord
C
je pakt het woordenboek
D
je vraagt de docent

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'geïntroduceerd' (regel 11)?

Gebruik stap 1 van het Stappenplan moeilijke woorden.
A
Voor het eerst verkocht
B
In elkaar gezet
C
Uit de verkoop gehaald
D
Sterk verbeterd

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de derde stap in het stappenplan moeilijke woorden
A
je raadt het woord
B
je kijkt of er een plaatje bij staat
C
je vraagt het de docent
D
je pakt het woordenboek

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de vierde stap in het stappenplan moeilijke woorden
A
je raadt het woord
B
je kijkt of er een plaatje bij staat
C
je vraagt het de docent
D
je pakt het woordenboek

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'tandglazuur' (regel 11)?

Gebruik stap 3 van het Stappenplan moeilijke woorden.
A
In tandglazuur kunnen gaatjes komen.
B
Tandglazuur kan verkleuren.
C
Tandglazuur is het buitenste laagje van je tand.
D
Tandglazuur is kaakbeen.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel stappen staan er in het stappenplan voor moeilijke woorden?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Lees de zin en kies de goede betekenis van het vetgedrukte woord. Gebruik het stappenplan moeilijke woorden.


Eerst was mijn zus ziek en nu ben ik ziek. Ze heeft me besmet.
A
geholpen
B
ziek gemaakt

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Lees de zin en kies de goede betekenis van het vetgedrukte woord. Gebruik het stappenplan moeilijke woorden.


Sander heeft kramp in zijn buik en diarree. Zou hij een voedselvergiftiging hebben?
A
allergie
B
ziekte door het eten van bedorven eten

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Lees de zin en kies de goede betekenis van het vetgedrukte woord. Gebruik het stappenplan moeilijke woorden.


Je hebt je huiswerk zo slordig opgeschreven, nu heb je helemaal geen overzicht meer en weet je niet wat je moet doen.
A
duidelijk beeld
B
leeg blad

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Lees de zin en kies de goede betekenis van het vetgedrukte woord. Gebruik het stappenplan moeilijke woorden.


Zorg ervoor dat je cijfers na het kerstrapport op peil blijven.
A
op een goed niveau
B
voldoende

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Lees de zin en kies de goede betekenis van het vetgedrukte woord. Gebruik het stappenplan moeilijke woorden.


Als mijn broer geld nodig heeft, komt hij altijd bij mij aankloppen.
A
geld wegpakken
B
vragen om iets

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Lees de zin en kies de goede betekenis van het vetgedrukte woord. Gebruik het stappenplan moeilijke woorden.


Het was een enorme rommel na de verhuizing, maar nu hebben we het huis weer op orde.
A
volgens de regels
B
in de gewenste situatie

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Lees de zin en kies de goede betekenis van het vetgedrukte woord. Gebruik het stappenplan moeilijke woorden.


Vind jij het ook moeilijk om je huiswerk goed te plannen?
A
uit je hoofd te leren
B
beslissen wanneer je wat doet

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Lees de zin en kies de goede betekenis van het vetgedrukte woord. Gebruik het stappenplan moeilijke woorden.


Warchild is een organisatie die zich inzet voor kinderen in oorlogsgebieden.
A
winkel
B
bedrijf

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk voor do 3 oktober
Maken opdr. 1 t/m 4

Leren blz. 33
Je hebt een leesboek bij je.



Slide 20 - Slide

This item has no instructions