Nederlands H2 Lezen

Nederlands H2 Lezen
Gemaakt door Thijmen, Niels, Mika, Mirte en Myrthe.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 19 min

Items in this lesson

Nederlands H2 Lezen
Gemaakt door Thijmen, Niels, Mika, Mirte en Myrthe.

Slide 1 - Slide

Verbanden en signaalwoorden
Signaalwoorden helpen je om een verband in de tekst te vinden. 

Slide 2 - Slide

Verschillende tekstverbanden:
Opsomming of (tijds)volgorde:
eerst, ten eerste, ten tweede, ten slotte, om te beginnen, ook, en, daarna, tevens, vervolgens, bovendien.

Slide 3 - Slide

Tegenstelling:

maar, echter, toch, hoewel, daarentegen.

oorzaak-gevolg:

doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is.

Slide 4 - Slide

algemene uitspraak-voorbeeld:


zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere

voorwaarde:

als, indien, wanneer, in het geval dat, tenzij.

Slide 5 - Slide

reden (argument):


want, omdat, namelijk, immers.

conclusie:

dus, concluderend, dat betekent, kortom


Slide 6 - Slide

Welke signaalwoorden horen bij een opsomming?
A
maar, echter, toch, hoewel en daarentegen
B
als, indien, wanneer, in het geval dat, tenzij
C
eerst, ten eerste, om te beginnen, ook, daarna
D
zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere

Slide 7 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij een tegenstelling?

Slide 8 - Open question

Welke signaalwoorden horen bij oorzaak-gevolg?
A
doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is
B
maar, echter, toch, hoewel, daarentegen
C
zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere
D
want, omdat, namelijk, immers

Slide 9 - Quiz

timer
1:00
Welke signaalwoorden horen bij algemene uitspraak-voorbeeld?

Slide 10 - Mind map

Welke signaalwoorden horen bij een voorwaarde?

Slide 11 - Open question

Welke signaalwoorden horen bij een conclusie?
A
doordat, daardoor
B
dus, dat betekent, kortom
C
ten slotte, bovendien, daarna
D
als, indien, in het geval dat

Slide 12 - Quiz

timer
1:00
Welke signaalwoorden horen bij een reden?

Slide 13 - Mind map

Bedankt voor het luisteren!
Wat vonden jullie van deze les?

Slide 14 - Mind map