Werkwoorden Blok 3 V1

Herhaling van de werkwoorden: PR+ PC (start blok 3)
klas 2V 

avoir, être, aller, faire, pouvoir, prendre, vouloir
er, re, ir 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling van de werkwoorden: PR+ PC (start blok 3)
klas 2V 

avoir, être, aller, faire, pouvoir, prendre, vouloir
er, re, ir 

Slide 1 - Slide

Présent (PR)
De volgende vragen gaan over de tegenwoordige tijd

Slide 2 - Slide

Présent: vervoeg het werkwoord aller

Slide 3 - Open question

Noteer de uitgangen van de werkwoorden op ER onder elkaar (zonder personen)

Slide 4 - Open question

Présent: vervoeg het werkwoord pouvoir

Slide 5 - Open question

Noteer de uitgangen van de werkwoorden op IR onder elkaar (zonder personen)

Slide 6 - Open question

Présent: vervoeg het werkwoord faire

Slide 7 - Open question

Présent: vervoeg het werkwoord prendre

Slide 8 - Open question

Noteer de uitgangen van de werkwoorden op RE onder elkaar (zonder personen)

Slide 9 - Open question

Présent: vervoeg het werkwoord vouloir

Slide 10 - Open question

Vertaal: wij nemen

Slide 11 - Open question

Vertaal: jij bent

Slide 12 - Open question

Vertaal: zij kunnen (mmv)

Slide 13 - Open question

Vertaal: Hij wil

Slide 14 - Open question

Vertaal: U maakt

Slide 15 - Open question

Passé Composé (PC)
De volgende vragen gaan over de voltooid tegenwoordige tijd

Slide 16 - Slide

Uit hoeveel onderdelen bestaat de PC?
A
2
B
4
C
3
D
3 of 4

Slide 17 - Quiz

Hoe weet je of je avoir of être moet gebruiken als hulpwerkwoord?
A
door te kijken naar het Nederlands
B
door uit je hoofd te leren bij elk werkwoord welk hulpww je gebruikt
C
op gevoel
D
door te kijken naar het Nederlands behalve bij de uitzonderingen

Slide 18 - Quiz

Wanneer moet het voltooid deelwoord aangepast worden (-, e, s, es)?
A
als het hulpwerkwoord avoir is
B
als het hulpwerkwoord être is
C
nooit
D
als het werkwoord onregelmatig is

Slide 19 - Quiz

PC: Noteer het voltooid deelwoord van het werkwoord avoir

Slide 20 - Open question

PC; noteer het voltooid deelwoord van het werkwoord prendre

Slide 21 - Open question

PC; noteer het voltooid deelwoord van het werkwoord faire

Slide 22 - Open question

PC; noteer het voltooid deelwoord van het werkwoord être

Slide 23 - Open question

PC; noteer het voltooid deelwoord van het werkwoord vouloir

Slide 24 - Open question

PC; noteer het voltooid deelwoord van het werkwoord pouvoir

Slide 25 - Open question

PC; hoe maak het voltooid deelwoord bij werkwoorden op: er, re, ir

Slide 26 - Open question

Welke 3 werkwoorden hebben als hulpww avoir en wijkt dit af van het Nederlands (uitzondering). Noteer ze op alfabetische volgorde

Slide 27 - Open question

Vertaal: zij zijn gegaan (vmv)

Slide 28 - Open question

vertaal: ik heb gemaakt

Slide 29 - Open question

vertaal: jij bent geweest

Slide 30 - Open question

vertaal: wij zijn gebleven

Slide 31 - Open question

Einde van het opfrismoment werkwoorden

we gaan nu verder met het werkboek

Slide 32 - Slide