Vaste vergelijkingen

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Vul de zin aan met een passende vergelijking ‘zo … als’.

De dag na de hardloopwedstrijd was Bert ...

1. zo moe als een hond
2. zo vlug als water
3. zo knorrig als een varken
4. zo zat als een kanarie

Selecteer de vergelijking.

1. Julian studeert hard.
2. Mohammed werkt als een paard.
3. Eleonora ziet het niet meer zitten.
4. Mark is de weg kwijt.

'Het is zo klaar als een klontje' is een...

1. Vaste vergelijking
2. Spreekwoord

een vergelijking is altijd ...
bedoeld

1. letterlijk
2. figuurlijk

Vul de vergelijking aan:

De ondernemer kocht elke week nieuwe kleren, terwijl zijn bankrekening alleen maar groeide. Hij had geld als ...

1. vuur
2. een gat in de hand
3. lucht
4. water

'Zo vlug als water' is een ...

1. Vaste vergelijking
2. Spreekwoord

Wat is geen vergelijking?

1. Zo blij als een kind
2. Zo dood als een pier
3. Zo stoned als een garnaal
4. Zo nu en dan is het rustig

'Boontje komt op zijn loontje' is een...

1. Vaste vergelijking
2. Spreekwoord

Vul de zin aan met een passende vergelijking ‘zo … als’. Mariska is heel veel afgevallen, ze is nu ...

1. Zo slap als een vaatdoek
2. Zo traag als een slak
3. Zo slank als een den
4. Zo vet als modder

Wat is geen vergelijking?

1. Zo gek als een deur
2. Zo is het gegaan
3. Zo zacht als dons
4. Zo eerlijk als goud