This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
2HV Test jezelf H3 Geluid
Slide 1 - Slide
Welk voorwerp is een geluidsbron?
A
dvd
B
klankkast
C
microfoon
D
stemvork
Slide 2 - Quiz
Elke geluidsbron maakt een trilling. Klopt dat?
A
waar
B
niet waar
C
soms
Slide 3 - Quiz
Stelling 1: Geluid verplaatst zich alleen in lucht.
Stelling 2: Een microfoon zet geluidsgolven om in elektrische signalen.
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 4 - Quiz
Hoe lang één trilling van een geluidsbron, heet... ?
A
Brontijd Tb
B
Frequentie
C
Amplitude
D
Trillingstijd T
Slide 5 - Quiz
Trillingstijd ......?....... wordt uitgedrukt in ......?
A
f in sec (s)
B
T in min
C
T in sec (s)
D
A in uren (h)
Slide 6 - Quiz
Welke formule voor frequentie is juist?
A
f= T/1
B
f= 1/T
C
f=T
D
T=1/f
Slide 7 - Quiz
Gegeven: Trillingstijd T = 0,0035 s. Bereken: de frequentie f Oplossing: ?
A
f = 285,7 Hz
B
f = 0,286 Hz
C
f = 0,0035 Hz
D
f = 3,5 Hz
Slide 8 - Quiz
Wat betekent Hz ?
A
Hertz is de uitslag van de trilling
B
Hertz is het aantal trillingen per minuut
C
Hertz is de grootte van de brontrilling
D
Hertz is het aantal trillingen per seconde
Slide 9 - Quiz
Gegeven: frequentie van een trilling = 550Hz Bereken: de periodetijd T Oplossing: ?
A
T = 0,18 s
B
T = 0,0018 s
C
T = 0,0018 ms
D
T = 18 s
Slide 10 - Quiz
Info voor de vogende vraag: Afstand berekenen
Geluid verplaats door tussenstof
Snelheid van geluid verschilt per tussenstof.
S = v x t
t = S / t
v = S / t
Slide 11 - Slide
Karim tikt tegen het ijzer van de brugleuning. Nol staat 175 m verderop. Nol legt zijn oor tegen de ijzeren leuning. Hij hoort de tik. Nu tikt Karim 2 keer tegen het ijzer. Nol hoort nu 2 tikken achter elkaar, één via de lucht en één via de ijzeren leuning. Bereken het tijdsverschil tussen die twee tikken. Gebruik de juiste formule uit de vorige dia.
Slide 12 - Open question
Welke trilling heeft de hoogste frequentie? Trilling 1 of trilling 2?
Trilling 1
Trilling 2
A
Trilling 1
B
Trilling 2
C
Frequentie trilling 1 is gelijk aan trilling 2
D
Is niet af te lezen
Slide 13 - Quiz
Welke trilling geeft de laagste toon? Trilling 1 of trilling 2?
Trilling 1
Trilling 2
A
Trilling 1
B
Trilling 2
C
Frequentie trilling 1 is gelijk aan trilling 2
D
Is niet af te lezen
Slide 14 - Quiz
Welke trilling heeft de grootste amplitude? Trilling 1 of trilling 2?
Trilling 1
Trilling 2
A
Trilling 1
B
Trilling 2
C
Frequentie trilling 1 is gelijk aan trilling 2
D
Is niet af te lezen
Slide 15 - Quiz
Sleep de tekst naar de juiste foto
Stemvork
Microfoon
Oscilloscoop
Slide 16 - Drag question
Van welke drie factoren hangt de toonhoogte van een gitaarsnaar af?
A
dikte, lengte en materiaal van de snaar
B
soort gitaar, dikte, lengte van de snaar
C
dikte, lengte en spanning van de snaar
D
soort gitaar, materiaal van de snaar en de kwaliteit van de gitaar
Slide 17 - Quiz
Welke functie heeft de klankkast van een stemvork?
Slide 18 - Open question
Hoe groot is de periodetijd van de trilling in de afbeelding?
A
T = 10 s
B
T = 10 ms
C
T = 5 s
D
T = 5 ms
Slide 19 - Quiz
Bereken de frequentie f van de trilling in de afbeelding ?