Cours 2 - Objets français + pronoms personnels et négation
Ik heb hem aan hem gegeven, de auto.
, la voiture.
Je
la
lui
ai
donnée
le
1 / 10
next
Slide 1: Drag question
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Ik heb hem aan hem gegeven, de auto.
, la voiture.
Je
la
lui
ai
donnée
le
Slide 1 - Drag question
Ik heb haar gezien.
Slide 2 - Open question
Ik vind hem erg aardig.
Slide 3 - Open question
Hij wil het je zeggen.
Slide 4 - Open question
Je gelooft me niet...
Tu
ne
me
crois
pas
croit
Slide 5 - Drag question
Le / la --> passé composé
Als er een vrouwelijk persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp voor het voltooid deelwoord komt, dan krijgt die een
-e (net als bij passé composé met être)
Elle est allée
Je la vois --> Je l'ai vue
Slide 6 - Slide
Le / la --> passé composé
Als er een persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp voor het voltooid deelwoord komt in hetmeervoud, dan krijgt die een -s (net als bij passé composé met être)
Ils sont allés
Je lesvois --> Je les ai vus
Slide 7 - Slide
Pronoms personnels + négation
Très simple: ne komt voor alle andere kleine ...woordjes