4H-213 (2.5)

Natuurkunde

1) Pak je natuurkunde spullen

2) Maak de opdrachten op het werkblad
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Natuurkunde

1) Pak je natuurkunde spullen

2) Maak de opdrachten op het werkblad

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • 2.6: J en  kWh 
  • Huiswerk bespreken
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Vorige keer: vermogen
Betekenis 

Symbool

Eenheid

Formule

Vermogen zegt iets over hoe snel een apparaat energie verbruikt.
P
Watt (W)
P=UI
UIP
E=Pt
PtE

Slide 3 - Slide

Joule en kilowattuur
Een elektrische CV ketel met een vermogen van 25000 W staat 's ochtend  30 minuten aan om het huis te verwarmen. 
Bereken hoeveel energie de ketel hiervoor verbruikt.

Slide 4 - Slide

Joule en kilowattuur
Een elektrische CV ketel met een vermogen van 25000 W staat 's ochtend  30 minuten aan om het huis te verwarmen. 
Bereken hoeveel energie de ketel hiervoor verbruikt.
E=Pt
E=25kW0,5h
E=12,5kWh
E=13kWh

Slide 5 - Slide

Joule en kilowattuur
Een elektrische CV ketel met een vermogen van 25000 W staat 's ochtend  30 minuten aan om het huis te verwarmen. 
Bereken hoeveel energie de ketel hiervoor verbruikt.
E=Pt
E=Pt
E=25kW0,5h
E=12,5kWh
E=13kWh
E=25000W(3060)s
E=45000000J
E=4,5107J

Slide 6 - Slide

Oefenopdracht: waterkoker
We bekijken een waterkoker met een vermogen van 2200 W. Een volle waterkoker heeft 2 minuten nodig om het water te koken.

a) Bereken hoeveel energie in Joule de waterkoker verbruikt.

De prijs per kWh bedraagt 0,30 euro. 

b) Bereken hoeveel het kost als je de waterkoker 10 keer water laat koken.

Slide 7 - Slide

Tip:
Om de eenheden van energie om te rekenen kan je de volgende verhouding gebruiken:

1 kWh = 
3,6106J

Slide 8 - Slide

Opdracht 53

Slide 9 - Slide

Opdracht 59

Slide 10 - Slide

Aan het werk
Je kunt nu maken:

60, 64, 65
timer
10:00
Lees 
blz 68

61 en 62 

Slide 11 - Slide