1) Je begint links bovenin en eindigt rechts onderin.
2) Je mag alleen naar rechts of onder, niet schuin.
3) Heb je een route compleet? Dan komt de docent het checken.
timer
15:00
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Vermogen
Betekenis
Symbool
Eenheid
Formule
Vermogen zegt iets over hoe snel een apparaat energie verbruikt.
P
Watt (W)
P=U⋅I
U⋅IP
E=P⋅t
P⋅tE
Slide 14 - Slide
Joule en kilowattuur
Een elektrische CV ketel met een vermogen van 25000 W staat 's ochtend 30 minuten aan om het huis te verwarmen.
Bereken hoeveel energie de ketel hiervoor verbruikt.
Slide 15 - Slide
Joule en kilowattuur
Een elektrische CV ketel met een vermogen van 25000 W staat 's ochtend 30 minuten aan om het huis te verwarmen.
Bereken hoeveel energie de ketel hiervoor verbruikt.
E=P⋅t
E=25kW⋅0,5h
E=12,5kWh
E=13kWh
Slide 16 - Slide
Joule en kilowattuur
Een elektrische CV ketel met een vermogen van 25000 W staat 's ochtend 30 minuten aan om het huis te verwarmen.
Bereken hoeveel energie de ketel hiervoor verbruikt.
E=P⋅t
E=P⋅t
E=25kW⋅0,5h
E=12,5kWh
E=13kWh
E=25000W⋅(30⋅60)s
E=45000000J
E=4,5⋅107J
Slide 17 - Slide
Oefenopdracht: waterkoker
We bekijken een waterkoker met een vermogen van 2200 W. Een volle waterkoker heeft 2 minuten nodig om het water te koken.
a) Bereken hoeveel energie in Joule de waterkoker verbruikt?
De prijs per kWh bedraagt 0,30 euro.
b) Bereken hoeveel het kost als je de waterkoker 10 keer water laat koken.
Slide 18 - Slide
Tip:
Om de eenheden van energie om te rekenen kan je de volgende verhouding gebruiken:
1 kWh =
3,6⋅106J
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Rendement
Rendement geeft aan welk deel van de gebruikte energie wordt omgezet in nuttige energie.
η=EinEnut
Slide 21 - Slide
Rendement
Rendement geeft aan welk deel van de gebruikte energie wordt omgezet in nuttige energie.
η=EinEnut
=PinPnut
Slide 22 - Slide
Rendement
Rendement geeft aan welk deel van de gebruikte energie wordt omgezet in nuttige energie.
η=EinEnut
=PinPnut
(x 100%)
Slide 23 - Slide
Voorbeeld 12a
Een waterkoker warmt een hoeveelheid water in 1,5 minuten op. Voor het opwarmen van het water is 150 kJ nodig. Op het typeplaatje van de waterkoker staat 1850 W.
Bereken het rendement van de waterkoker.
Slide 24 - Slide
Voorbeeld 12b
Een elektromotor met een rendement van 75% is aangesloten op een batterij van 9,0 V en levert een nuttig vermogen van 2,4 W.
Bereken de stroomsterkte die de batterij moet leveren.