Slides eindopdracht Wereld en ik! MHV

Uitleg eindopdracht Wereld en ik! (MHV)
Eindopdracht: bronnenonderzoek ('bronnenwerkstuk'): verschillende informatiebronnen combineren.

Stappen:
1. Kiezen onderwerp. 
2. Schrijven hoofd- en deelvraag. 
3. Zoeken naar betrouwbare bronnen. 
4. Onderzoek schrijven.  
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Uitleg eindopdracht Wereld en ik! (MHV)
Eindopdracht: bronnenonderzoek ('bronnenwerkstuk'): verschillende informatiebronnen combineren.

Stappen:
1. Kiezen onderwerp. 
2. Schrijven hoofd- en deelvraag. 
3. Zoeken naar betrouwbare bronnen. 
4. Onderzoek schrijven.  

Slide 1 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 1: onderwerp kiezen (brugklas)
Klas 1: je mag kiezen uit vier onderwerpen/hoofdvragen:
1. Welke overeenkomsten en verschillen zijn er tussen de normen en waarden in het christendom, islam en boeddhisme?
2. Waarom zorgt het hebben van vooroordelen zowel voor voordelen als grote nadelen?
3. Waarom is de viering van Keti Koti zo belangrijk voor Nederlanders met een Surinaamse migratieachtergrond?
4. Waarom wordt er wereldwijd ieder jaar nog steeds Internationale Vrouwendag gevierd?

Slide 2 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 1: onderwerp kiezen (klas 2 en 3)
Kies een van de volgende thema's:
1. Culturele uitingen wereldwijd. 
2. Discriminatie en racisme. 
3. De 'Nederlandse' identiteit. 
4. Migratie (in heden en verleden), bijv. uit Marokko of Polen. 
5. Gewoontes en tradities. 
6. Vrouwenemancipatie. 
7. Diversiteit en LGBTQ+.
8. Feestdagen.
9. Recente internationale conflicten. 
10. Internationale machtsverhoudingen (tussen landen). 

Slide 3 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 2: formuleren hoofd- en deelvragen
Een goede hoofdvraag:
- Is een vraag. 
- Bevat een onderwerp en wat je daar van wilt weten. 
- Begint met 'hoe', 'waarom' of 'welke'? (Kun je niet beantwoorden met ja of nee).
- Is niet te groot én niet te klein. 

Deelvragen = de kleinere vragen die je moet beantwoorden om antwoord te krijgen op je hoofdvraag.

Iedere deelvraag wordt een hoofdstuk in je onderzoek. 

Slide 4 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 2: formuleren hoofd- en deelvragen
Voorbeeld hoofd- en deelvragen:

Hoofdvraag: 'Waarom heeft de PVV de afgelopen jaren steeds meer stemmen gekregen?'

Deelvragen:
- Op wie hebben Nederlanders gestemd de afgelopen verkiezingen? 
- Wat zijn de politieke standpunten van de PVV?
- Welke redenen hadden Nederlanders om op de PVV te stemmen?

Slide 5 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Wat is er niet goed aan deze hoofdvraag? 'Is de PVV voor of tegen meer zonnepanelen?'

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Wat is er niet goed aan deze hoofdvraag? 'De politieke verschillen tussen Nederlanders en Belgen.'

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wat is er niet goed aan deze hoofdvraag? 'Waarom verhuizen mensen in de wereld?'

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Stap 3: zoeken naar betrouwbare bronnen
Opdracht: zoek naar betrouwbare bronnen voor je onderzoek. 
- Belangrijk: jouw bronnen moeten jou helpen antwoord te geven op je hoofd- en deelvragen.
- Bij twijfel: raadpleeg je docent!

Huiswerk voor de volgende les: zoek minimaal drie betrouwbare artikelen of andere bronnen voor jouw bronnenonderzoek. 

Slide 9 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Wat zijn voorbeelden van betrouwbare bronnen? Noem er minimaal drie.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Voorbeelden van betrouwbare bronnen?
Een lijst van voorbeelden van betrouwbare bronnen (offline/online):
- https://npokennis.nl/ 
- https://schooltv.nl/
- https://www.canonvannederland.nl/
- https://jeugdjournaal.nl/
- https://nos.nl
- https://hetklokhuis.nl
- Kwaliteitskranten als: Volkskrant, NRC, Trouw, Parool, enz.
- Informatieve boeken (non-fictie), bijv. uit een bibliotheek.
- Jouw roman van Nederlands. 
Betrouwbare bronnen: gebaseerd op feiten, informeren.
Betrouwbaarheid = kun je de info geloven, klopt het?

Slide 11 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 4: schrijven van je bronnenonderzoek ('werkstuk')
Een onderzoek bestaat uit een aantal onderdelen:
1. Inleiding: aandachtstrekker, onderwerp, hoofd- en deelvragen, (evt. relevantie).
2. Hoofdstukken: antwoorden op je deelvragen, steeds met bronverwijzing. 
3. Conclusie: antwoord geven op je hoofdvraag. 
4. Korte reflectie: hoe ging het schrijven? Wat zou je de volgende keer anders doen?
5. Bronnenlijst: lijst van gebruikte bronnen, op alfabetische volgorde. 

Totaal aantal woorden: ...

Slide 12 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 4: schrijven van je bronnenonderzoek ('werkstuk')
Opdracht rondom kwaliteitsbesef... nog aanvullen...

Slide 13 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Verwijzen naar de bron in je werkstuk
Om jouw werk betrouwbaarheid en controleerbaar te maken, moet je in je onderzoek verwijzen naar de bron. 

Zorg dat je na iedere alinea verwijst naar een bron. Verwijs door aan het einde van de alinea tussen haakjes de schrijver/site te zetten. (...)

Voorbeeld:
Je hebt informatie gebruikt van NPO Kennis, dan zet je neer: 
'In Nederland zijn ongeveer 20% van mensen D66-stemmers.' (NPO Kennis) 

Slide 14 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Overzicht: onderzoeksfasen

Slide 15 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Eisen aan je bronnenonderzoek (MHV)
Eisen eindopdracht:  

Slide 16 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Checklist onderdelen in je bronnenonderzoek
Checklist onderdelen in je bronnenonderzoek: 
1. Voorpagina met titel, naam leerling, klas leerling, totaal aantal woorden, naam docent. 
2. Inhoudsopgave. 
3. Inleiding. 
4. Verschillende hoofdstukken (2 of 3). 
5. Conclusie. 
6. Korte reflectie. 
7. Bronnenlijst. 
8. Geschreven in correct Nederlands. 
9. Bronverwijzing in de hoofdstukken. 
10. Paginanummers. 

Slide 17 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Exit ticket

Slide 18 - Open question

This item has no instructions