vragen over depressie + je suis depri interactief

• verpleegkunde ghz
• MBO
• Studiejaar 1

Wat gaan we vandaag doen?

• Nabespreken opdrachten/ huiswerk
• aflevering 2   'Je suis depri' kijken
  

Huiswerk voor vandaag...

1. Je leest in je LWP de inleiding op Depressie + Je leest van GGZ Deel 1: blz 174 t/m 190. 
2. Maak je uit de digitale leeromgeving van GGZ Deel 1 , Thema 5 vragen van hoofdstuk 12 en 13.   
3.  Je bedenkt voor jezelf een vraag over depressie, die jij aan het eind van week 5 beantwoordt wil hebben. Deze schrijf je op in je logboek. 

Opdracht 1a. Wat is een stemmingsstoornis?

Stemmingsstoornis is de verzamelnaam voor psychische aandoeningen waarbij de 

gemoedsstemming van de zorgvrager ziekelijk is verstoord en/of niet past bij de 

situatie waarin hij zich bevindt 

opdracht 1b Wanneer spreken we van een episode?

Als de gemoedsstemming bij een stemmingsstoornis gedurende een bepaalde 

periode is verstoord, spreek je van een episode. 

Verwerkings Opdracht 3 

Genetische, biologische, psychologische en sociale factoren beïnvloeden het ontstaan 

van een depressieve stemmingsstoornis. 

a Leg uit hoe biologische factoren van invloed kunnen zijn. Gebruik in je antwoord 

de volgende woorden: hormonen, neurotransmitter, middelengebruik, prefrontale 

cortex en serotonine. 

Bij mensen met een depressieve stoornis blijkt de prefrontale cortex minder actief te zijn. Dat deel van de hersenen is verantwoordelijk voor de hogere 

verstandelijke functies, zoals denken, problemen oplossen, beslissingen nemen en 

het organiseren van gedrag. In dat deel van de hersenen spelen verschillende 

neurotransmitters, zoals serotonine, een belangrijke rol. Mensen met een sombere 

stemming hebben waarschijnlijk een tekort aan deze neurotransmitters. Bij 

vrouwen blijken de (geslachts)hormonen oestrogeen en progesteron ook van 

invloed op hun stemming. Ook middelengebruik als medicijnen, alcohol en 

cocaïne kunnen invloed hebben op het ontstaan van een sombere stemming 

Bij een ?? episode is de gemoedsstemming te uitgelaten en/of ongeremd maar heeft een ‘mild’ karakter.

1. Manische
2. Hypomane

Bij een ??? episode is de gemoedstoestand bedrukt.

1. depressieve
2. gemengde

Elektroconvulsietherapie (ECT) wordt gebruikt bij een...

1. ernstige depressie wanneer andere behandelingen niet werken.
2. seizoensgebonden depressie.

Lichttherapie wordt gebruikt bij een....

1. postnatale depressie
2. Seizoensgebonden depressie

Door de lichttherapie wordt vooral de productie van melatonine gestopt.

Welke verpleegkundige richtlijnen zijn er voor zorgvragers met een depressieve stoornis? 

• Probeer je in te leven in de gevoelswereld van de zorgvrager, maar laat je niet meeslepen in negatieve gevoelens. 
• Blijf de zorgvrager aandacht geven, zoek hem op, breng tijd met hem door. 
• Neem een betrouwbare en accepterende houding aan bij het opbouwen van de hulpverleningsrelatie. 
• Ondersteun de zorgvrager bij en wees alert op de voeding- en vochtinname. 
• Stimuleer de hygiënische verzorging, neem alleen in uiterste noodzaak zelfzorgactiviteiten over. 
• Stimuleer tot ontplooien van concrete activiteiten door het opstellen van een dagprogramma dat op de behoeften en mogelijkheden van de zorgvrager is afgestemd. 
• Voorkom dat de zorgvrager zich steeds verder onttrekt aan sociale activiteiten. 
• Wees alert op suïcidegevaar en maak suïcidegedachten bespreekbaar.

https:

https://depressievereniging.nl/depressie/de-ziekte/symptomen-depressie/?gad_source=1&gclid=EAIaIQobChMInYyxkYmPhgMVj46DBx1VOA01EAAYASAAEgKeFPD_BwE

Huiswerk

Maken digitale opdrachten

GGZ Deel 1 , Thema 5 vragen van hoofdstuk 12 en 13.