VWO nakijken opdrachten en huiswerk bvb

Ga rustig zitten. Telefoon in de tas, pak je boek  en begin met lezen. Geen leesboek mee? Dan krijg je een vervangende opdracht en zet ik dit in somtoday. 
Welkom klas 2
Grammatica  
timer
10:00
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ga rustig zitten. Telefoon in de tas, pak je boek  en begin met lezen. Geen leesboek mee? Dan krijg je een vervangende opdracht en zet ik dit in somtoday. 
Welkom klas 2
Grammatica  
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Stillezen  
  • Herhalingsopdracht nagekeken? Nakijken opdracht  1 t/m 6, vanaf blz 28. (boek).
  • Uitleg bvb  
  • Maken opdracht 4 t/m 9 (vanaf blz 19)  over bvb 

  • Evaluatie en afsluiting 

Slide 2 - Slide

Wat leer je deze les?
  1. Hoe je werkwoordsvormen van elkaar kunt onderscheiden. 
  2. Hoe je een bijvoeglijke bepaling kunt herkennen en benoemen. 

Slide 3 - Slide

Opdracht 1
1 Eigen werk, bijvoorbeeld: Het rubberbootje drijft verder de zee op.
2 Eigen werk, bijvoorbeeld: Ik richtte mijn aandacht op de film.
3 Eigen werk, bijvoorbeeld: Ik wil morgen als eerste finishen.
4 Eigen werk, bijvoorbeeld: Dat is vast niet zo bedoeld.
5 Eigen werk.

Slide 4 - Slide

Opdracht 2
1 De stam is het hele werkwoord zonder -en. De ik-vorm is de werkwoordvorm in de eerste persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd.
2 De stam heb je nodig als je met ’t kofschip wilt bepalen of je de persoonsvorm verleden tijd of het voltooid deelwoord met een t of een d schrijft.
3 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: fluiten, wandelen en fietsen.
4 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: klappen, horen en blazen.

Slide 5 - Slide

Opdracht 3
1 a verbaast
 b geloof
 c Leid
 d tobt
 e bloost
 f misleidt
 g behandelt
 h stranden
 i Word
 j starten
2 Eigen werk.

Slide 6 - Slide

Opdracht 4
1 a richtte
 b begroef
 c klappertandde
 d behelsde
 e krompen
 f barstten
 g ontblootten
 h gonsde
 i ontbeten
 j landde
2 Eigen werk.


Slide 7 - Slide

Opdracht 5
1 a berispt
 b gesteigerd
 c geklommen
 d gesuisd
 e opengekrabd
 f beëindigd
 g ingekocht
 h gewuifd
 i geregen
 j beseft
2 Eigen werk



Slide 8 - Slide

Opdracht 6
1 Antwoord
2 Bereid
3 Kleed 
4 Luid
5 Ontleed
6 Besteed
7 Onderscheidt
8 Kruid
9 Download
10 Meld


Slide 9 - Slide

Een bijvoeglijke bepaling is GEEN APART ZINSDEEL, maar een deel van een ander zinsdeel.
Zoals van
  • het onderwerp, 
  • het lijdend voorwerp, 
  • het meewerkend voorwerp en/of 
  • de bijwoordelijke bepaling(en) … 

Slide 10 - Slide

Wat is het verschil tussen zin 1, 2 en 3?
1. In die zaal | heeft | dat meisje | een schilderij | bekeken.
2. In die nieuwe zaal | heeft | dat leuke meisje | een prachtig schilderij | bekeken.
3. In die nieuwe zaal van het museum | heeft | dat leuke meisje uit mijn klas | een prachtig schilderij van Frans Hals | bekeken.

Slide 11 - Slide

  • Door in zin 1 woorden/woordgroepen bij te voegen hebben we zin
    2 en 3 gekregen. 

  • Die woorden/woordgroepen zeggen iets extra's over zaal, over
    meisje, over schilderij: over een zelfstandig naamwoord dus.  

  • Dat extra's kan vóór en achter het zelfstandig naamwoord (kernwoord) staan. Wanneer het achter een zelfstandig naamwoord staat begint het met een voorzetsel (van, in, op etc.)

Slide 12 - Slide

Aan de slag 
  1. Lezen uitleg bvb (bijvoeglijke bepaling) bovenaan blz 20 in geel blok 
  2. Maken opdracht 5, 6, 7, 8 en 9 (blz 20 en verder) 
  3. Oefenen bvb online 
timer
15:00

Slide 13 - Slide

Evaluatie 
  1. Je hebt je gemaakte opdrachten nagekeken. Hoe heb je het gedaan? 
  2. Hoe ging het zelfstandig werken?
  3. Heb je vragen?

Slide 14 - Slide

Huiswerk  (zie planner)
  1. Zelf herhalingsopdracht nakijken (zie PP in It's Learning)
  2. Lezen uitleg bvb (bijvoeglijke bepaling) bovenaan blz 20 in geel blok
  3. Maken opdracht 5, 6, 7, 8 en 9 (blz 20 en verder)
  4. Oefenen bvb online 
  5. Leesboek elke les mee (C of D) 
                                                            Veel succes en een fijne dag!

Slide 15 - Slide

Opdracht 4

Opdracht 4
1-3 a
De speler | heeft | de schorsing | na de uitspraak |
ond            | wwg |      lv                  | bwb |
 geaccepteerd.
 wwg

Slide 16 - Slide

Opdracht 4

 b
De woedende speler | heeft | de lange schorsing |

ond                                  | wwg | lv                                  | 

na de laatste uitspraak | geaccepteerd
bwb |                                         wwg

Slide 17 - Slide

Opdracht 4 c
 
De woedende speler van de eredivisieclub | heeft |
ond |                                                                           wwg |

de lange schorsing van een kwartaal |
 lv |

na de laatste uitspraak van de rechter | geaccepteerd.
bwb |                                                                 wwg


Slide 18 - Slide


4 a De toegevoegde woorden zijn geen aparte zinsdelen.

b De woorden zijn toegevoegd om meer informatie te geven.

5 Nee, er is geen betekenisverschil tussen de zinnen. De handeling blijft hetzelfde. Je krijgt als lezer alleen meer informatie.


Slide 19 - Slide

Opdracht 5
Eigen antwoorden. Bijvoorbeeld:
1 Op het opgeruimde bureau op mijn kamer | staat | weer | een foto.
2 De foto | was | tijdens een grote opruimbeurt in januari | tevoorschijn gekomen.
3 Gelukkig | kan | ik | de geweldige foto van een wolkenlucht | weer elke dag | zien.
4 De foto | heb | ik | inmiddels | voor het digitale fotoboek op mijn computer | gekopieerd.

Opdracht 6
1 beroemde bij piramides
 in Egypte bij piramides
 bijzondere bij geheimen
2 internationaal bij team
 van wetenschappers bij team
 hittegevoelige bij camera’s
 kolossale bij tombes
3 van een aanstaande vader bij eetpatroon
 aanstaande bij vader
 van de kinderen bij eetlust
4 van dieren bij botten
 bevroren bij water.

Slide 20 - Slide

Opdracht 6 
1 beroemde bij piramides
 in Egypte bij piramides
 bijzondere bij geheimen
2 internationaal bij team
 van wetenschappers bij team
 hittegevoelige bij camera’s
 kolossale bij tombes



Slide 21 - Slide

Opdracht 6 
3 van een aanstaande vader bij eetpatroon
 aanstaande bij vader
 van de kinderen bij eetlust
4 van dieren bij botten
 bevroren bij water. 
 



Slide 22 - Slide

4 a De toegevoegde woorden zijn geen aparte zinsdelen.
 b De woorden zijn toegevoegd om meer informatie te geven.
5 Nee, er is geen betekenisverschil tussen de zinnen. De handeling blijft hetzelfde. Je krijgt als lezer alleen meer informatie.

 



Slide 23 - Slide

Opdracht 7
1 van gespecialiseerde wetenschappers van een Zwitsers onderzoekscentrum bij groep
 gespecialiseerde bij wetenschappers
 van een Zwitsers onderzoekscentrum bij wetenschappers.
 Zwitsers bij onderzoekscentrum
 Emmentaler bij kazen
 minder bij gaten

Slide 24 - Slide

Opdracht 7
2 knappe bij koppen
 rijpe bij kazen
 oude bij CT-scanner
 uit een ziekenhuis bij CT-scanner


Slide 25 - Slide

Opdracht 7
3 aanwezige bij hooideeltjes
 in de melk bij hooideeltjes
 grote bij rol
 van nieuwe gaten in de kazen bij ontstaan
 nieuwe bij gaten
 in de kazen bij gaten


Slide 26 - Slide

Opdracht 7

4 van moderne apparaten bij gebruik
 moderne bij apparaten
 op het Zwitserse platteland bij boeren
 Zwitserse bij platteland
 weinig bij hooideeltjes



Slide 27 - Slide

Opdracht 8

1 a In Engeland | hebben | onderzoekers | op een open veld | resten van huizen uit de bronstijd | gevonden.

 b Op een open veld in Engeland | hebben | onderzoekers | resten van huizen uit de bronstijd | gevonden.
2 In Engeland uit zin a = bwb



Slide 28 - Slide

Opdracht 8
3 in Engeland uit zin b = bvb bij veld
4 a Eigen werk.
 b Uit de bronstijd = bwb
 c uit de bronstijd = bvb bij huizen
5 a Nee.
 b Het is niet duidelijk wat met uit de bronstijd wordt bedoeld. Je weet niet wat er uit de bronstijd is. Uit de bronstijd hoort bij een ander zinsdeel. Als je het hier als los zinsdeel gebruikt, is het niet duidelijk wat het betekent in de zin.
 c-d Eigen werk.



Slide 29 - Slide