10.4 Overgewicht en vet eten 5V 2122

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.4 Overgewicht en vet eten
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.4 Overgewicht en vet eten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welke organen kloppen?
Meerdere antwoorden mogelijk.

Slide 3 - Slide

Vraag
Organische stoffen die voorkomen in organismen zijn onder andere: eiwitten, fosfolipiden, glucose, nucleinezuren, polysachariden en vetzuren. Sommige van deze stoffen kunnen geheel worden opgebouwd uit atomen afkomstig van de moleculen H2O, O2 en CO2.

Welke?

Slide 4 - Slide

Welke variabelen kloppen?
Meerdere antwoorden mogelijk.

Slide 5 - Slide

Doel 10.4
Je leert hoe de vertering van vetten verloopt





Slide 6 - Slide

Invloed darmflora op gewicht
Eerst groep muizen op onbeperkt dieet. Een deel ontwikkelt overgewicht, een ander deel niet. De dikke muizen gaan op een beperkt dieet en de dikke muizen worden weer dunner.
Onderzoekers hebben de hypothese dat de darmflora hier een rol speelt. Hoe kunnen ze dit onderzoeken?

Slide 7 - Slide

Invloed darmflora op gewicht
Hoe kunnen ze dit onderzoeken?

Transplantatie darmbacteriën, aka poeptransplantatie

Slide 8 - Slide

Invloed DNA op vertering
Aanwezigheid van genen bepaalt welke verteringsenzymen je kunt aanmaken en welke niet.

Slide 9 - Slide

Invloed DNA op vertering
Lactose: mensen hebben een gen voor het enzym lactase, dit breekt lactose af. Bij sommige kinderen > 3 jaar wordt dit gen niet meer afgelezen: geen lactase meer -> geen lactose vertering meer -> bacterien in de darmen breken lactose af en zorgen voor gasvorming: darmklachten.

Lactose-intolerantie = normaal, tolerantie is een mutatie

Slide 10 - Slide

Vetvertering
Eigenschappen van vetten:

Hydrofiele glycerol ruggengraad
Hydrofobe vetzuurstaarten

Apolair:
lading is gelijkmatig verdeeld
Glycerol - Vetzuurstaarten

Slide 11 - Slide

Vetvertering
Eigenschappen van vetten:
Vetten vormen grote druppels (micellen) in een waterige omgeving: 
Koppen aan de buitenkant, vetzuren aan de binnenkant.

Dit komt omdat water polair is 
de lading is ongelijk verdeeld.

Slide 12 - Slide

vanuit de lever

Slide 13 - Slide

Vetvertering
Gal (galzure zouten) zorgt er voor dat de micellen veel kleiner worden: emulsie.
Lipase kan nu beter bij de verschillende vetmuleculen.

Emulgeren is niet verteren!!!

Slide 14 - Slide

Vetvertering
Lipase knipt triglyceriden (Glycerol met drie vetzuurstaarten) tot diglyceriden en een los vetzuur , daarna tot een monoglyceride en nog een los vetzuur en tenslotte tot een glycerol en nog een los vetzuur.

Zie BINAS 82G


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Gal
Er zit nog een stof in gal: bilirubine.
Deze stof wordt in de lever gemaakt bij het afbreken van hemoglobine.
Bilirubine wordt door darmbacterien verteerd en daardoor ontstaat stof met een bruine kleur.
Vandaar....


Slide 17 - Slide

Doel 10.4
Je hebt geleerd hoe de vertering van vetten verloopt




Slide 18 - Slide

Begrippen 10.4
gal, lipase, hydrofoob, apolair, polair, mono-. di-, triglyceriden, gal, micellen, emulsie, bilirubine


Slide 19 - Slide

DNA/ RNA vertering
Bekijk BINAS 82E.
Beschrijf de afbraak van DNA en RNA aan elkaar.






Slide 20 - Slide

DNA/ RNA vertering
Eerst met Endonuclease en exonucleasen worden de DNA strengen opgeknipt in nucleotiden.
Daarna worden de nucleotiden opgeknipt in suiker, fosfaatgroep en nucleinebasen.
Deze stoffen kunnen de celmembraan passeren





Slide 21 - Slide

Huiswerk
In de online methode/ in je boek.
Maak de opdrachten van 10.4
4 t/m 6.


Slide 22 - Slide