Les 1 - Voorkennis en 4.1

Les 1 - Voorkennis en 4.1
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Les 1 - Voorkennis en 4.1

Slide 1 - Slide

Voorkennis
Stelsel van lineaire vergelijkingen
In klas 3 ben je zoiets al eens tegengekomen:



De oplossing is een set waarden voor x en y    (x,y)
Hoe los je dit op?

Slide 2 - Slide

Voorkennis



Je kunt dit stelsel oplossen door

1. Maak één van de variabelen vrij in een vergelijking naar keuze
2. Vul de variabele in bij de andere vergelijking (substitueren)
3. Los de vergelijking op (1 onbekende) 
4. En los tenslotte op voor de gesubstitueerde variabele 

Slide 3 - Slide

4.1
In 4.1 leer je nieuwe tactieken voor het (slim/snel) oplossen van dit soort stelsels van vergelijkingen. 
Ook ga je vergelijkingen in stelsels tegenkomen die niet-lineair zijn, zoals:




Slide 4 - Slide

4.1 - Leerdoelen
  • Ik kan stelsels vergelijkingen oplossen m.b.v. elimineren door optellen en aftrekken.
  • Ik kan stelsels vergelijkingen oplossen m.b.v. elimineren na vermenigvuldigen.
  • Ik kan stelsels vergelijkingen oplossen m.b.v. elimineren door substitutie.
  • Ik kan bij een gegeven situatie zelf een stelsel vergelijkingen opstellen.

Slide 5 - Slide

Theorie A: Elimineren door optellen / aftrekken
'Slim' oplossen door de vergelijkingen op te tellen of af te trekken van elkaar.

Slide 6 - Slide

Elimineren door optellen / aftrekken





1: (x,y) = (4/5, 4)
2: (x,y) = (3, 9)
3: (x,y) = (1, -2)
4: (x,y) = (11/3, 5)

Slide 7 - Slide

4.1 - Zelfwerkzaamheid
Huiswerk voor volgende les:

  • 2, 3, 5                                            (Theorie A)
  • 6, 7, 9, 10, 11, 13, 14, 15, 16, 18 (Theorie B)
  • 19, 20, 21                                      (Theorie C)

Slide 8 - Slide

Theorie B: Elimineren door vermenigvuldigen
Je kunt ook elimineren door éérst een vergelijking te vermenigvuldigen met een getal.
Zo kun je één van de variabelen gelijk maken en daarna optellen/aftrekken.

Slide 9 - Slide

Elimineren door optellen / aftrekken





1: (x,y) = (1, 1/2)
2: (x,y) = (3, -2)
3: (x,y) = (4, 6)


Slide 10 - Slide

4.1 - Zelfwerkzaamheid
Huiswerk voor volgende les:

  • 2, 3, 5                                            (Theorie A)
  • 6, 7, 9, 13, 14, 15, 16               (Theorie B)
  • 20, 21                                      (Theorie C)

Slide 11 - Slide

Theorie C: Elimineren door substitutie
Wanneer optellen/aftrekken (al dan niet door vermenigvuldigen) niet kan, moet je het stelsel oplossen door middel van substitutie. Maak de variabele vrij, en vul in bij de ander

Slide 12 - Slide

Elimineren door substitutie





1: (x,y) = (1, 1/2)
2: (x,y) = (3, -2)
3: (x,y) = (4, 6)


Slide 13 - Slide

4.1 - Zelfwerkzaamheid
Huiswerk voor volgende les:

  • 2, 3, 5                                            (Theorie A)
  • 6, 7, 9, 10, 11, 13, 14, 15, 16, 18 (Theorie B)
  • 19, 20, 21                                      (Theorie C)

Slide 14 - Slide