Wk 2 Les 3 - Levensmiddelenchemie Vet 7-12

Levensmiddelenchemie - wk 2 les 3
1 / 34
next
Slide 1: Slide
ChemieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Levensmiddelenchemie - wk 2 les 3

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning
  • Hoe kan ik dit vak het beste volgen? (Herhaling opdracht 1 t/m 6)
  • Uitwerkingen vetten opdracht 7 t/m 12
  • Aan de slag met opdracht 13 t/m 19
  • Behandelde opdrachten leren!

Slide 2 - Slide

Hoe kan ik dit vak het beste volgen?
Wat heb je nodig?
  • Boekje levensmiddelenchemie
  • BINAS
  • Vragenlijsten vetten, koolhydraten en eiwitten
  • Schrift
  • Pen, potlood, gum
  • Laptop (om op onderzoek uit te gaan)
  • Weekplanning (hierin staan de onderwerpen en opdrachten per les!)

Slide 3 - Slide

Hoe kan ik dit vak het beste volgen?
Tijdens deze lessen:
  • Eerst zelf onderzoeken! Het heeft geen zin om enkel de antwoorden te bekijken
  • Maak je opdrachten en zorg dat je op schema loopt
  • Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden op de vragen verzameld
  • Maken eventueel een begrippenlijst (veel moeilijke woorden!)
  • Begin op tijd met het leren voor de toets
  • Houd overzicht (Print het materiaal en gebruik een snelhechter op je materiaal te verzamelen)


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

vorige week of vorige les: 
Vragen over Vet opdracht 1 t/m 6 ??


Slide 6 - Slide

7. Geef de vorming van het volgende triglyceride weer:



- glycerol met

propaanzuur
butaanzuur
- pentaanzuur

Slide 7 - Slide

De vorming van vetten, eiwitten en koolhydraten verloopt via een condensatiereactie
Lees hier! (klik om te openen) 



Een condensatiereactie is een reactie waarbij moleculen worden gekoppeld onder afsplitsing van een klein molecuul. Meestal is dit water.
https://www.aljevragen.nl/sk/koolstofchemie/KLS167.html
http://www.scheikundeinbedrijf.nl/Mediatheek/Kenniskaart/index.rails?id=17

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

7. Geef de vorming van het volgende triglyceride weer:

- glycerol met
propaanzuur
butaanzuur
- pentaanzuur
Hoe ga je te werk?

  1. Teken glycerol, zorg dat de alkanolgroepen naar de rechterkant gericht zijn
  2. Teken de drie zuren, zorg ervoor dat de zuurgroepen naar de alkanolgroepen van de glycerol zijn gericht

Slide 10 - Slide

Hoe ziet dit eruit?
Glycerol
Butaanzuur
Propaanzuur
Pentaanzuur

Slide 11 - Slide

7. Geef de vorming van het volgende triglyceride weer:

- glycerol met
propaanzuur 
butaanzuur
- pentaanzuur
Hoe ga je te werk?

3. Teken het triglyceride aan elkaar
4. Geef aan hoeveel H2O moleculen hierbij ontstaan

Slide 12 - Slide

Kenmerk: esterbinding

Slide 13 - Slide

Hoe ziet dit eruit?
3 H2O
+

Slide 14 - Slide

8. Geef de hydrolyse van dit molecuul weer in structuurformules

Slide 15 - Slide

Wat is een hydrolyse reactie?
Lees hier! (klik om te openen)


Een hydrolysereactie is een reactie waarbij onder invloed van water een molecuul gesplitst wordt.
https://www.aljevragen.nl/sk/koolstofchemie/KLS152.html

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

8. Hoe ga je te werk?
  1. Neem het molecuul over zoals deze gegeven is
  2. Kijk op hoeveel plaatsen het moet worden gesplitst en voeg een zelfde aantal water moleculen toe
  3. Teken de reactieproducten. Voor een triglyceride geldt:
             - 1 glycerol molecuul
             - 3 vetzuurmoleculen

Slide 18 - Slide

8. Hoe ziet dit eruit ?
+ 3 H2O

Slide 19 - Slide

9. Wat is het verschil tussen essentiële en niet-essentiële vetzuren?

Slide 20 - Slide

9. Wat is het verschil tussen essentiële en niet-essentiële vetzuren?
Essentiële vetzuren moet je binnenkrijgen via voeding
Niet-essentiële vetzuren kan je lichaam zelf aanmaken.

Slide 21 - Slide

10. Op welke manieren kun je vetzuren indelen?

Slide 22 - Slide

10. Op welke manieren kun je vetzuren indelen?
Er zijn 3 manieren
  1. Op basis van verzadiging (zie afbeelding volgende slide)
  2. Op basis van belang voor een organisme
  3. Op basis van het aantal vetzuren aanwezig:

Slide 23 - Slide

10. Op welke manieren kun je vetzuren indelen?
Indeling op basis van verzadiging
- verzadigde vetzuren
- onverzadigde vetzuren
        - Enkelvoudig Onverzadigd Vetzuren (EOV)
        - Meervoudig Onverzadigd Vetzuren (MOV)
Bron: https://www.mvo.nl/soorten-vetzuren-1

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

10. Op welke manieren kun je vetzuren indelen?
Op basis van belang voor een organisme (zie ook vraag 9)
- essentiële vetzuren



- niet essentiële vetzuren
bron: https://www.biover.be/nl-BE/biover/faq/wat-zijn-essentiele-vetzuren/1/26/

Essentiële vetzuren, zijn vetzuren die het lichaam niet zelf kan maken uit andere vetzuren, terwijl het lichaam ze wel nodig heeft om normaal te kunnen functioneren. Dit betekent dat ze via de voeding moeten worden ingenomen.

Slide 26 - Slide

10. Op welke manieren kun je vetzuren indelen?
Op basis van het aantal vetzuren aanwezig:

- 1 vetzuur aanwezig? --> monoglyceride
- 2 vetzuren aanwezig? --> diglyceride
- 3 vetzuren aanwezig? --> triglyceride

Slide 27 - Slide

11. Wat zijn de verschillen tussen verzadigde en onverzadigde vetten?

Slide 28 - Slide

11. Wat zijn de verschillen tussen verzadigde en onverzadigde vetten?
Indeling op basis van verzadiging
- verzadigde vetzuren
- onverzadigde vetzuren
        - Enkelvoudig Onverzadigd Vetzuren (EOV)
        - Meervoudig Onverzadigd Vetzuren (MOV)
Wat betekent LDL-cholesterol ?

Slide 29 - Slide

12. De volledige schrijfwijze van arachidonzuur is 
      C20:4 Δ 5,8,11,14

 Teken arachidonzuur.

Slide 30 - Slide

12. De volledige schrijfwijze van arachidonzuur is C20:4 Δ 5,8,11,14
      Teken arachidonzuur.

Met behulp van een speciale code onderscheiden we de vetzuurmoleculen. 
  • Zo is C16:0 een vetzuur met 16 koolstofatomen en 0 dubbele verbindingen. 
  • En is C18:3 een vetzuur met 18 koolstofatomen en 3 dubbele verbindingen. 
  • In de natuur komen hoofdzakelijk vetzuurketens voor met een even aantal koolstofatomen.

Slide 31 - Slide

12. De volledige schrijfwijze van arachidonzuur is C20:4 Δ 5,8,11,14

 Teken arachidonzuur.
  • Wil je de plaats van de dubbele binding ook in de schrijfwijze aangeven, dan kun je het eerste koolstof-atoom van de dubbele binding(en) tellen vanaf de zuurgroep.
  • Hierbij wordt het teken Δ gebruikt 

Slide 32 - Slide

Wat betekent onderstaande schrijfwijze ?
Welke molecuulformule hoort hierbij ?
C18:2
C12:1
C6:O

Slide 33 - Slide

Ga op onderzoek uit!
Maak opdrachten vetten - opdracht 13 t/m 16


Slide 34 - Slide