Afstemmen op publiek (formeel / informeel)


Afstemmen op publiek
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Afstemmen op publiek

Slide 1 - Slide

Afstemmen op publiek
  • Als je een tekst schrijft, dan moet je rekening houden met je doelgroep, je publiek. Degene voor wie je een tekst schrijft.

  • Voor je begint, moet je een goed beeld hebben van je doelgroep, zodat je je taalgebruik kunt afstemmen. 

  • Kun je bijvoorbeeld vaktermen gebruiken? Formeel of informeel taalgebruik? Denk ook aan je woordkeuze.

Slide 2 - Slide

Voorbeeld
2 teksten met hetzelfde onderwerp. Verschil?
2 teksten met hetzelfde onderwerp. Verschil?

Slide 3 - Slide

Formele taal / informele taal
Formele taal:
  • Het taalgebruik is formeel als je schrijft voor mensen die je niet kent. (Zakelijk)
  • Correct Nederlands, geen afkortingen, geen straattaal, etc.
  • De tekst gaat meestal over zakelijke dingen.
  • Als je formeel schrijft, spreek je de lezer aan met 'u' en is je toon beleefd. 
  • Je woordkeus bepaalt de toon van de tekst.

Slide 4 - Slide

Formele taal / informele taal
Informele taal:
  • Het taalgebruik is informeel als je schrijft voor vrienden, bekenden of leeftijdsgenoten.
  • Het gaat vaak over alledaagse dingen. Persoonlijk.
  • Als je informeel schrijft, spreek je de lezer aan met 'je'. 
  • Bij informele taal gebruik je vaak dezelfde woorden als wanneer je spreekt.

Slide 5 - Slide

Formele taal is:
A
Onbeleefd
B
Zakelijk
C
Iemand aanspreken met 'je'
D
Met populaire woorden als 'chill' of 'relaxed'

Slide 6 - Quiz

Informele taal is:
A
Zakelijk
B
Beleefd
C
Spreektaal
D
Zonder woorden

Slide 7 - Quiz

Aanhef (formele taal)
 Als je de naam weet:
  • Geachte heer Janssen,
  • Geachte mevrouw Janssen,
  • Geachte heer of mevrouw Janssen,

Als je de naam niet weet:
  • Geachte heer, geachte mevrouw,
  • Geachte heer of mevrouw,

Genderneutraal: Beste lezer,

Slide 8 - Slide

Aanhef (informele taal)
  • Hoi Martijn,
  • Beste Martijn,
  • Hallo Martijn,
  • Dag Martijn,
  • Hoi Hoi!
  • Hé Hallo! 
  • Yo Martijn,

Slide 9 - Slide

Afsluiting (formeel/ informeel)
Formele taal:
  • Met vriendelijke groet,

Informele taal:
  • Groetjes,

Slide 10 - Slide

Formeel of informeel:

Doe je mee aan de ontwerpwedstrijd?

A
Formeel
B
Informeel

Slide 11 - Quiz

Formeel of informeel?

Graag hoor ik van u of de minister kan garanderen dat het evenement volgend jaar subsidie krijgt.
A
Formeel
B
Informeel

Slide 12 - Quiz

Formeel of informeel?

Geef maar aan of je nog meer attributen nodig hebt voor de sportdag.
A
Formeel
B
Informeel

Slide 13 - Quiz

Formeel of informeel?

De maatpakken zullen conform afspraak vrijdag geleverd worden.
A
Formeel
B
Informeel

Slide 14 - Quiz

Formeel of informeel?

Het abonnement op dit tijdschrift zeg ik bij dezen op.
A
Formeel
B
Informeel

Slide 15 - Quiz

Formeel

Voldoet aan regels
Zakelijk
Deftig
Zoals het hoort 
Vooral buitenshuis
Zakelijke situaties
Informeel

Persoonlijk
Losser
Niet-zakelijke situaties
Niet-officiële situaties
Met vertrouwde mensen

Slide 16 - Slide

formeel of informeel?
Hallo mevrouw Lokken, Mijn opa is volgende week jarig. Mag ik die dag vrij? Groetjes Lana
A
Formeel
B
Informeel

Slide 17 - Quiz

formeel of informeel?

Beste mevrouw Lokken, Onze klas is erg benieuwd naar de resultaten van het project. Lukt het om ze zo snel mogelijk na te kijken? Met vriendelijke groet, Sara
A
Formeel
B
Informeel

Slide 18 - Quiz

Welke fout zit hier in?

Beste mevrouw Lokken, Onze klas is erg benieuwd naar de resultaten van het project. Lukt het om ze z.s.m. na te kijken? Met vriendelijke groet, Sara
A
Een mail moet met 'ik' beginnen
B
Sara is haar achternaam vergeten
C
z.s.m. moet uitgeschreven worden (zo snel mogelijk)
D
Je mag een docent niet mailen

Slide 19 - Quiz

Maak hier een formele zin van:
Ik vind het echt mega debiel dat ik de les werd uitgegooid. Ik deed wel mee!

Slide 20 - Open question

Welke fout wordt gemaakt?

Hé joejoe, ff doorlopen graag (tegen een ouder iemand die je niet kent bij de kassa)
A
te formeel
B
te informeel
C
hypercorrectie
D
ouderwets

Slide 21 - Quiz

Welke fout wordt gemaakt?

Geachte bol.com, kunt u misschien toelichten waarom u zulke enorme shitzooi verkoopt?
A
formeel en informeel door elkaar heen
B
te informeel
C
hypercorrectie
D
ouderwets

Slide 22 - Quiz

Vragen?
VRAGEN?

Slide 23 - Slide