Suche dir auf dieser Website einige Fragmenten aus und beantworte die Fragen (20 Minuten).
Slide 3 - Slide
Grammatik
(Konjunktiv II)
Vandaag gaan jullie de Konjunktiv II leren. Schrijf de info van de witte dia's over in je schrift!
Slide 4 - Slide
Konjunktiv II
Algemeen: de Konjunktiv II gebruik je als je een wens uit wilt drukken (ik zou graag een ijsje willen eten) of bij een niet-werkelijkheid (Als ik rijk zou zijn, zou ik een villa kopen).
Slide 5 - Slide
Konjunktiv II
In het Nederlands gebruiken wij altijd een vorm van zouden + een infinitief (hele ww). Voorbeeld: Hij zou gaan.
De modale ww, mögen en de hulp ww (haben, sein und werden) kennen in het Duits speciale zou-vormen. Andere ww vorm je door een vorm van würden + een infinitief. Vorbild: Er würde gehen.
Slide 6 - Slide
Konjunktiv II
(speciale zou-vormen)
De speciale vormen zijn:
haben - hätten
sein - wären
werden - würden
dürfen - dürften
können - könnten
müssen - müssten
mögen - möchten
wollen-wollten
sollen- sollten
wissen-wussten
Slide 7 - Slide
Konjunktiv II
De uitgangen zijn:
ich stam + e (ich wäre)
du stam + (e)st (du wärst - könntest)
er/sie/es stam + e (er wäre)
wir stam + en (wir wären)
ihr stam + (e)t (ihr wärt - könntet)
sie/Sie stam + en (Sie wären)
Slide 8 - Slide
Aufgaben
- Mache die Aufgaben 11, 12, 15 & 16 auf Seite 171