- Vraag-antwoord structuur: in de inleiding stel je een vraag en in het middenstuk geef je de antwoorden. In het slot geef je een conclusie of samenvatting.
-Verklaringsstructuur: in de inleiding een verschijnsel. In het middenstuk geef je kenmerken, voorbeelden, oorzaken en effecten. In het slot geef je een samenvatting en een mogelijke toekomstverwachting.
Onderzoeks structuur. Hierbij geef je in de inleiding het onderwerp van het onderzoek. In het middenstuk geef je nadere uitleg over de uitvoering en geef je de resultaten. In het slot trek je de conclusie.
Verleden, heden, toekomst structuur. Hierbij introduceer je het onderwerp in de inleiding. In het middenstuk noem je hoe het vroeger, nu en in de toekomst zal zijn. In het slot geef je de conclusie.
Indeling structuur. Hierbij introduceer je het onderwerp in de inleiding. In het middenstuk geef je aspecten in een logische volgorde. In het slot geef je een korte samenvatting.