File 3 The Race - Present and past continuous 4

Klas Binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Ipad plat op de tafel of in de tas    
  • Airpods, koptelefoon in de tas                    
  • let op teken docent om te starten!
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Klas Binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Ipad plat op de tafel of in de tas    
  • Airpods, koptelefoon in de tas                    
  • let op teken docent om te starten!

Slide 1 - Slide

Tijdens de les
  • Doe actief mee
  •  Stoor je niet tijdens de les en luister mee.    
  • Bij vragen eerst je vinger opsteken, zonder hierbij te roepen.      

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen deze les:
  1. Wat zijn irregular verbs (10 min.)
  2. Opfrissen> Present Perfect (5 min.)
  3. Uitleg Present Continuous and Past Continuous (10 min.)
  4. 18 klassikaal (5 minuten)
  5. Maken opdracht 19+20 (10 min.)
  6. Oefenen irregular verbs.
  7. Huiswerk en volgende les (2 min.)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Verschil Past Simple en Present Perfect:
Past simple= is de verleden tijd. Past=geweest
I walked 4 kilometres yesterday
He hitchhiked to London two days ago.
Present Perfect=  Voltooid tegenwoordige tijd. Present=heden
have/has met voltooid deelwoord
I have been in love for 2 years now.
He has never seen her again since 2002.


Slide 5 - Slide

Present ContiNUous
Als je in het Engels vertelt dat je nu iets aan het doen bent.
Dan gebruik je am, are of is + het werkwoord + -ing. 
 Je gebruikt dus een vorm van het werkwoord to be in de tegenwoordige tijd. 
I am playing Tennis.

Signaalwoorden: now, right now, at the moment

Slide 6 - Slide

Past Continuous
Als je vertelt dat je in het verleden iets aan het doen was.
was of were + het werkwoord + -ing. 
Je gebruikt dus een vorm van het werkwoord to be in de verleden tijd. 
I was playing Tennis yesterday.

Signaalwoorden:  when I was younger, yesterday, last week, last night, last year, the other day...

Slide 7 - Slide

opdrachten:
18 (klassikaal) 
Maken 19,20 (zachtjes)
Af? Oefenen irregular Verbs in
Quizlet.
Daarna verder even voor jezelf.
(link in huiswerk)

timer
10:00

Slide 8 - Slide

huiswerk:
18/19/20 
leren 10 irregular verbs:
Woordlijst B

Slide 9 - Slide

Volgende keer:
Reading
Test woordlijst B

Slide 10 - Slide