This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Keuze 1:
Samenvatten 13.1 t/m 13.5 en opdrachten maken uit weektaak.
(13.5: 24 en 26)
Keuze 2:
Herhalen h4
-Hypothese
-Interactie variabele
-Intervenierende variabele
-Representatie en representativiteit
Slide 1 - Slide
Hypothese?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Bedenk de hypothese van de onderzoekers.
Slide 4 - Open question
Conceptueel model
Onafhankelijke variabele
Afhankelijke variabele
Slide 5 - Slide
Interveniërende variabele
Variabele tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele in.
Onafhankelijke variabele =
band met leerkracht
Afhankelijke variabele = schoolprestaties
Interveniërende variabele =
inzet voor school
Slide 6 - Slide
Bedenk een interveniërende variabele bij de relatie aantal uren studeren en cijfer tentamen.
Slide 7 - Open question
Interactie variabele
Een extra variabele die invloed heeft op de sterkte van de relatie tussen de onafhankelijke en de afhankelijke.
Onafhankelijke variabele = klanttevredenheid
Afhankelijke variabele =
trouw van klant
Interactie variabele =
leeftijd
Slide 8 - Slide
Bedenk een interactie variabele bij de relatie aantal uren studeren en cijfer tentamen.
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Video
Representatie
Een vertegenwoordiging van een bepaalde groep in (politieke) organisaties
Representativiteit
In hoeverre lijken de vertegenwoordigers op de groep die zij vertegenwoordigen
Achtergrondkenmerken
Standpunten
Besluiten
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Omdat er veel vluchtelingen in Nederland wonen vind ik dat zij ook in de Tweede Kamer moeten zitten. Zo krijgen vluchtelingen in NL ook een stem. Deze uitspraak heeft te maken met:
A
Representatie
B
Representativiteit
Slide 13 - Quiz
Ik vind het een goede zaak dat koning Willem-Alexander namens Nederland op staatsbezoek gaat. Deze uitspraak heeft te maken met: