1.12 Kijk naar taal

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.12 Kijk naar taal
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.12 Kijk naar taal
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 33


Huiswerk controle:
1.11 opdracht 1 t/m 4

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel & leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- Ken je het stappenplan moeilijke woorden
- weet je wat een synoniem is
- weet je wat beleefd en onbeleefd taalgebruik is


Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
Gijs, Jochem & Jamie

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Jessica, Niek, Jaysen & Krystian

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
n.v.t.

Slide 4 - Slide

Verdiept arrangement:
Verdiept: Gijs, Jochem & Jamie

Huiswerk noteren + maken:
les: 1.12
blz: 33 t/m 36
opdr: 5, 6, 7 & 10

Slide 5 - Slide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 6 - Slide

wat is een synoniem?
A
Een ander woord met een andere betekenis
B
Een ander woord met dezelfde betekenis
C
Hetzelfde woord met een andere betekenis
D
Hetzelfde woord in een andere taal

Slide 7 - Quiz

synoniem voor:
ziekteverschijnselen
A
diagnose
B
symptomen

Slide 8 - Quiz

Wat is een synoniem van direct?
A
meteen
B
straks
C
dreigen
D
dialect

Slide 9 - Quiz

Wat is GEEN synoniem voor ruzie?
A
onenigheid
B
geschil
C
vete
D
frictie

Slide 10 - Quiz

Wie maakt wat:
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 1.12 opdracht 5, 6,7 & 10, blz. 33 t/m 36

De rest doet mee met de instructie.

Slide 11 - Slide

4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Slide 12 - Slide

Stappenplan moeilijke woorden

Slide 13 - Slide

Synoniemen

Synoniemen zijn twee of meer 

verschillende woorden met (ongeveer) 

dezelfde betekenis.


Soms staat er een synoniem van een onbekend woord in de tekst, je kunt de betekenis van het onbekend woord dan raden.

Slide 14 - Slide

Beleefd of onbeleefd?
In een chat met vrienden schrijf je andere woorden dan in een e-mail aan je docent of leidinggevende. 

Daarbij is het belangrijk dat je weet wat je publiek is, bijvoorbeeld...

Slide 15 - Slide

Anna stuurt een mail naar haar juf. 
Is deze mail beleefd of onbeleefd? 

Slide 16 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Jessica, Niek, Jaysen & Krystian: jullie gaan zelfstandig les 1.12 opdracht 5, 6, 7 en 10 maken op blz. 33 t/m 36

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 5.

Slide 17 - Slide

6. Zelfstandig werken
Lees goed de gele stukjes theorie. 
Je maakt zelfstandig 1.12 opdracht 5, 6, 7 en 10 op blz. 33 t/m 36


Ben je klaar? 
1. Nakijken en verbeteren waar nodig
2. Lezen in een leesboek. 

 
timer
1:00

Slide 18 - Slide

7. Evaluatie 
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

Leerdoelen:
- ken je het stappenplan moeilijke woorden?
- weet je wat een synoniem is?
- weet je wat beleefd en onbeleefd taalgebruik is?

Slide 19 - Slide

8. Huiswerk & Toetsen
Huiswerk:
Woensdag 27 september
1.12 opdracht 5, 6, 7 & 10


Toetsen:

Slide 20 - Slide