3V: Ch.2 - Brief 3 correctie (TW1) + Bron H

Bienvenue :)
  • Telefoon in de 
  • Kauwgom in de prullenbak
  • Jas uit, over je rugleuning
  • Petje/capuchon af
  • Tas op de grond naast je
  • Klaar voor de les met boek + schrift + schrijfgerei 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenue :)
  • Telefoon in de 
  • Kauwgom in de prullenbak
  • Jas uit, over je rugleuning
  • Petje/capuchon af
  • Tas op de grond naast je
  • Klaar voor de les met boek + schrift + schrijfgerei 

Slide 1 - Slide

Bienvenue :)
  • Telefoon in de telefoontas
  • Kauwgom in de prullenbak
  • Jas uit, over je rugleuning
  • Petje/capuchon af
  • Tas op de grond naast je
  • Klaar voor de les met boek + schrift + schrijfgerei 

Slide 2 - Slide

& Bienvenue

Slide 3 - Slide


De regelmatige werkwoorden
Groep 1: -er
Groep 2: -re

Slide 4 - Slide

Startopdracht
a. Schrijf de vervoeging in de présent in je schrift.


b. Schrijf ook de vervoeging van deze werkwoorden in de passé composé op.
timer
5:00
1.
il
rendre
2.
nous
répondre
3.
je
écouter
4.
tu
regarder
5.
elles
attendre
6.
vous
porter
7.
tu
entendre
8.
elle
téléphoner

Slide 5 - Slide

Corrigé
1.
il
rend
2.
nous
répondons
3.
je --> j'
écoute
4.
tu
regardes
5.
elles
attendent
6.
vous
portez
7.
tu
entends
8.
elle
téléphone
1.
il
a rendu
2.
nous
avons répondu
3.
je --> j'
ai écouté
4.
tu
as regardé
5.
elles
ont attendu
6.
vous
avez porté
7.
tu
as entendu
8.
elle
a téléphoné
présent
passé composé

Slide 6 - Slide

Extra oefening nodig?
Oefen je werkwoordenkennis op www.verbuga.eu

Selecteer de werkwoorden die je wilt oefenen en selecteer de tijden
Présent (o.t.t.) en passé composé (v.t.t.) zijn een goede start.

Slide 7 - Slide

Aujourd'hui
  • startopdrachtje
  • veelgemaakte fouten (3)
  • Bron H
  • (ZF) ex. 29 jusqu'à 32

Slide 8 - Slide

LESDOEL
LESDOELEN
Aan het einde van deze les...
... kun je de regelmatige werkwoorden op -er en -re vervoegen.
... ken je een nieuwe groep regelmatige werkwoorden.
... weet je wat de veelgemaakte fouten zijn in je eigen brief (3)


Slide 9 - Slide

TW 1 - Brief 3
Volgende week krijg je in de toetsweek een schrijftoets.
Het is verstandig om goed te oefenen met de zinnen die je zult gebruiken  en met de grammatica die van je vereist wordt. Je zult dit correct toe moeten passen tijdens de schrijftoets. Het gebruik van een woordenboek N-F (meegebracht van thuis) is toegestaan.

Phrases-clés: Ch. 1 : C + G en Ch. 2: C + G
Grammatica:  Ch. 1:  D + H en Ch. 2:  D + H

Slide 10 - Slide

TW 1 - Brief 3
In het projectboek staan de drie beoordelingsformulieren. A.d.h.v. deze formulieren kun je je voorbereiden op de verschillende brieven. Daarnaast schrijf je vandaag je derde en laatste oefenbrief. 

Brief 1: over social media en appgebruik
Brief 2: over je beste vriend(in)
Brief 3: over je vrije tijd en een dag uit je leven


Slide 11 - Slide

Oefenbrief (3) TW 1
Je bent op vakantie geweest in een Franstalig land, maar nu is de vakantie voorbij en willen je vrienden in het buitenland meer weten van jouw gewone leven. Je vertelt in het Frans hoe een dag uit jouw leven er gewoonlijk uitziet en wat je graag doet in je vrije tijd.


Critères | Eisen
Gebruik minimaal 40 woorden (meer mag altijd)
Gebruik à/de + het bepaald lidwoord.
Noem minimaal twee verschillende activiteiten per dagdeel.

Deze brief schrijf je tijdens de les, zodat ik er feedback op kan geven.









Slide 12 - Slide

Brief 3



.
Zorg dat je voor het einde 
van de les je brief kopieert 
in de Cahier de Français
 (onder Class Notebook)
van jouw klas in Teams. 
De links staan hieronder.

timer
20:00

Slide 13 - Slide

Ordre des mots
(plaats/tijd) + O + WWGZ + Complément + (plaats/tijd)

Le matin, j' aime prendre le petit déjeuner dans le salon.

Bijwoordelijke bepalingen (hoe, wanneer, waar?) komen in het Frans altijd aan het begin of aan het einde van de zin te staan.

Slide 14 - Slide

Veelgemaakte Fouten (8)
  • twee PV's achter elkaar.
... je dois regarde la télé --> je dois regarder 
... je vais rentre après l'école  --> je vais rentrer

  • het hulpwerkwoord vergeten
... nous joué à la console --> nous avons joué à la console

Slide 15 - Slide

Veelgemaakte Fouten (9)
  • de verkeerde tijd gebruiken:
... bij beschrijving van gewoontes --> gebruik de o.t.t.
Le matin, je prends mon déjeuner et je vais au collège.
... bij beschrijving van een specifiek evenement --> gebruik verleden tijd of toekomstige tijd.
Ce matin, (deze specifieke ochtend) j'ai pris une douche.
Ce soir (vanavond), je vais faire du foot avec mes amis.


Slide 16 - Slide

Veelgemaakte Fouten (10)
  • verschillende tijden door elkaar gebruiken:
Ce matin, j'ai pris une douche. Après, je vais au collège.
Ce matin --> deze dag heeft dit plaatsgevonden
J'ai pris én je suis allé (of j'ai été)
Le soir, je me détends. Aussi, j'ai joué aux jeux vidéos.
Le soir --> elke avond, dit betreft een gewoonte.
Dus hier gebruiken we 2x o.t.t. --> je me détends/ je joue

Slide 17 - Slide

Vergeet vooral ook niet....
  • om werkwoorden te vervoegen!!!
je dormir / je faire du tennis

... als je ervoor moet kiezen om iets te stampen....
Leer een aantal standaard zinnen uit je hoofd.
En oefen de veelvoorkomende werkwoorden (avoir, être, faire, aller) écht goed uit je hoofd. 

Slide 18 - Slide

Ordre des mots
(plaats/tijd) + O + WWGZ + Complément + (plaats/tijd)

Hier, tu as publié des photos avec mes amis sur Insta.
Bijwoordelijke bepalingen (hoe, wanneer, waar?) komen in het Frans altijd aan het begin of aan het einde van de zin te staan.
Ce soir,  je vais aller au cinéma avec mes copains en vélo.
(Eerst waar, dan hoe.)

Slide 19 - Slide

Werkwoorden/verbes -ir

Slide 20 - Slide

Les verbes: -ir
Stam (inf. - ir) + uitgangen:
je                         + is
tu                        + is
il / elle / on      +  it
nous                  + issons
vous                  + issez
ils / elles          + issent
je remplis
tu remplis
il / elle / on remplit
nous remplissons
vous remplissez
ils / elles remplissent
Overgeschreven? Fais ex. 29
timer
8:00

Slide 21 - Slide

Verbes -ir (p.c)
J'ai rempli                                
tu as rempli    
il/elle/on a rempl   
nous avons rempl   
vous avez rempli    
ils/elles ont rempli    

Formule:
voltooid deelwoord = stam + i
remplir - ir --> rempl + i

Slide 22 - Slide

leer de betekenis van de volgende werkwoorden...
  • réfléchir = nadenken                   grandir = groter worden
  • réussir = slagen                             choisir = kiezen
  • remplir = invullen                          rougir = blozen
  • finir = beëindigen

Slide 23 - Slide

Les verbes
Lis les explications
 et fais les exercices:
29 + 30
ZF

Fini? Fais aussi 31
Apprends Ch.1 en Ch.2 CDGH
timer
15:00

Slide 24 - Slide

LESDOEL
LESDOELEN
Aan het einde van deze les...
... kun je de regelmatige werkwoorden op -er en -re vervoegen.
... ken je een nieuwe groep regelmatige werkwoorden.
... weet je wat de veelgemaakte fouten zijn in je eigen brief (3)


Behaald?

Slide 25 - Slide

les devoirs ✍️
Apprendre: alles wat handig is om te leren voor de schrijftoets.
Succes! 
Faire: ex. 29 jusqu'à 31

Vergeet niet: Woordenboek N-F




Slide 26 - Slide