2HV - Herhaling H2 De Gouden Eeuw

2HV - Herhaling H2 De Gouden Eeuw
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

2HV - Herhaling H2 De Gouden Eeuw

Slide 1 - Slide

Sleep de begrippen naar de juiste Compagnie. VOC of WIC
Slavenhandel
Specerijen
1621
1602
Gebruik van geweld
Gebruik van geweld
driehoekshandel
Handels-monopolie

Slide 2 - Drag question

De volgende zinnen gaan over de groeiende steden tijdens de Gouden Eeuw.
Beschrijven de zinnen oorzaken of gevolgen van deze ontwikkeling?

1. De bevolking van Nederland groeit snel.
2. In de Nederlandse steden ontstaan nieuwe wijken.
3. In de Republiek woont 45% van de bevolking in een stad.
4. Tijdens de gouden eeuw bloeide de Nederlandse economie.

A
1. gevolg, 2. oorzaak, 3. oorzaak, 4. oorzaak
B
1. oorzaak, 2. gevolg, 3. oorzaak, 4. oorzaak
C
1. oorzaak, 2. gevolg, 3. gevolg, 4. oorzaak
D
1. oorzaak, 2. gevolg, 3. gevolg, 4. gevolg

Slide 3 - Quiz

Wat was de driehoekshandel?
A
Handel tussen Nederland, Spanje en Amerika
B
Handel tussen Europa, Afrika en Amerika
C
Handel tussen Europa, Amerika en Azië
D
Handel tussen Nederland, Afrika en Nieuw-Amsterdam

Slide 4 - Quiz

Vaak wordt er over Nederland gezegd dat het een tolerant is. Deze reputatie had Nederland al sinds de Gouden Eeuw. MAAR waarom migratie?

Economisch
Religieus
Wetenschap
Vanuit Zuidelijke Nederlanden (België) vluchtten veel kooplieden naar Holland.

Vaak rijke mensen die geld en hun contacten meenamen.

Joden uit Spanje, Portugal en Midden-Europa naar Nederland.

Mensen komen naar Nederland om hun kritische boeken te publiceren.
Vanaf 1685 komen hugenoten (Franse protestanten) naar Nederland door Lodewijk XIV.

Uit Duitse Rijk vluchtten veel mensen voor de oorlog naar Holland. Ook voor de VOC!

Slide 5 - Drag question

Wat is waar en 
wat is niet waar? 
17e eeuw
NIET WAAR
WAAR
VOC- en WIC-schepen gingen dezelfde kant op.
De VOC en WIC mochten landen veroveren.
Op VOC- en WIC-schepen zijn geen totslaafgemaakte mensen vervoerd. 
De VOC en WIC mochten oorlog voeren.
1 op de 3 bemanningsleden overleefde de reis niet. 

Slide 6 - Drag question

Waarom doormaakt de schilderkunst een bloei in de Gouden Eeuw? (2 goede antwoorden)
A
Mensen hebben meer geld te besten
B
De kunst werd beter dus verkocht beter
C
Mensen wilden kunst hebben om mee te pronken
D
Er waren meer schilders

Slide 7 - Quiz

Wat handelden we op de Oostzee?
Waarom was er een goude eeuw?
Waarom is de prijs hoog als het aanbod laag is?
Hoezo gingen de steden groeien?
Hoe ziet een Amsterdams Herenhuis eruit?
Voor iets dat er weinig is, wil men veel betalen. 
Aan een gracht, paar verdiepingen hoog met een katrol voor goeden.
Graan en hout 
Er was een bloei in handel, kunst en wetenschap
Doordat er meer voedsel was én migratie ging de bevolking groeien. 

Slide 8 - Drag question

Leg uit hoe het ontstaan van de wereldeconomie bijdroeg aan de wetenschappelijke revolutie

Slide 9 - Open question

Wat was geen reden voor het ontstaan van de Gouden Eeuw in de Republiek?
A
De val van Antwerpen
B
De Oostzeehandel
C
Overstap van boeren uit de kustgebieden op veeteelt
D
De kaapvaart van de WIC

Slide 10 - Quiz

Wie bestuurde de Republiek in de Gouden Eeuw?
A
Regenten
B
Gewone burgers
C
Winkeleigenaren
D
Loonarbeiders

Slide 11 - Quiz


➤De Nederlandse Republiek was bijzonder in de Gouden Eeuw omdat 
A
Zij geen koning had
B
Vrouwen ook mochten stemmen
C
Zij heel veel handel dreven
D
Er tolerantie was

Slide 12 - Quiz

Wat is absoluut bestuur?
A
De koning is een rechtvaardige koning
B
De koning moet overleggen met ministers
C
De koning heeft alle macht
D
De koning heeft geen macht

Slide 13 - Quiz

1 De stadhouder nam alle belangrijke beslissingen.
2 Een absoluut vorst had de macht in handen.
3 Het volk mocht stemmen in verkiezingen.
4 Rijke burgers waren heel machtig.
5 Wie uit een voorname familie kwam, kon regent worden.

Welke cijfers passen bij het bestuur van de Republiek?
A
4 en 5
B
1 en 4
C
2 en 3
D
2 en 5

Slide 14 - Quiz

Plaats de volgende woorden op de goede plek:
Regenten
Stadhouder
Staten-Generaal
Raadspensionaris
Gewestelijke staten

Slide 15 - Drag question

raadspensionaris
stadhouder
regenten
landleger
   vloot
   adel
    Oranje
prinsgezinden
staatsgezinden

Slide 16 - Drag question

Wat was het gevolg van het rampjaar?
A
De verwoesting van Nederland
B
Het einde van een tijdperk
C
Einde van de Gouden eeuw van Nederland
D
De verwoesting van de VOC

Slide 17 - Quiz

Lodewijk XIV vergrootte zijn macht door ambtenaren in te huren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Door ambtenaren aan te stellen en gebruik te maken van huurlegers werd Lodewijk XIV minder afhankelijk van de adel.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Waarom wilde Peter de Grote, de Russische keizer, in de 17e eeuw naar Nederland?
A
om te leren hoe hij moest zeilen
B
om Nederlands te leren schrijven
C
om eenschip te kopen
D
om schepen te leren bouwen

Slide 20 - Quiz