H4 lesweek 3-5 - lundi 5 et jeudi 8 février 2024

H4 lesweek 3-5 - lundi 5 et jeudi 8 février 2024
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H4 lesweek 3-5 - lundi 5 et jeudi 8 février 2024

Slide 1 - Slide

H4 Bonjour!
* Ga rustig zitten op je eigen plaats
* Pak je spullen:
     agenda, pen, chromebook, boeken, schrift
* Zet je tas op de grond naast je tafel

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Lesdoelen
Na deze les 
  • Ken je de  voornaamw. EN, Y
  • Kun je EN, Y moet gebruiken
  • Heb je je Leesdossier (bijna) af

Slide 4 - Slide

Open je tekstboek
pages 114, 115 (paragraaf 7b)
uitleg over EN, Y

Slide 5 - Slide

Franse uitdrukkingen met DE die veel voorkomen
avoir peur de      = bang zijn voor
avoir envie de    = zin hebben in
avoir besoin de  = nodig hebben
être content de  = blij zijn met
parler de               = spreken over

Slide 6 - Slide

Maak het antwoord af met een hele zin:
Tu as besoin de ce livre?
Oui, ......

Slide 7 - Open question

Maak het antwoord af met een hele zin:
Il est content de son cadeau?
Oui, ......

Slide 8 - Open question

Maak het antwoord af met een hele zin:
Vous parlez du film?
Oui, ......

Slide 9 - Open question

Let op
In de praktijk zul je niet de hele zin herhalen in je antwoord:
Heb jij het boek nodig? Ja, ik heb het boek nodig .
                                                  Ja, ik heb het nodig.
Is hij blij met zijn cadeau? Ja, hij is blij met zijn cadeau.
                                                        Ja, hij is er blij mee.
Praten jullie over de film? Ja, wij praten over de film.
                                                      Ja, daar praten wij over.



Slide 10 - Slide

Ook in het Frans vervang je het stukje tekst vanaf DE (en je zet dat vóór de persoonsvorm)
Tu as besoin de ce livre?          -> Oui, j'en ai besoin.
Vous avez envie de frites?       -> Oui, nous en avons envie.
Elle parle de son examen?      -> Oui, elle en parle.

Tu as envie d'aller au cinéma ce soir?
Oui, j' en ai envie.

Slide 11 - Slide

Il achète des tomates?
Maak het antwoord af: Oui, il ....

Slide 12 - Open question

Donc:
De tekst vanaf het voorzetsel DE kun je vervangen door EN (dat je voor de persoonsvorm zet).

Tu parle du film? -> Oui, j'en parle

Slide 13 - Slide

Het voornaamwoord Y
Na andere voorzetsels dan DE 
vervang je de tekst door Y (dat je voor de persoonsvorm zet)

Elle va à Paris?                                        -> Oui, elle y va.
Tu penses aux vacances?                 -> Oui, j'y pense.
Ton téléphone est dans ton sac?  -> Oui, il y est.

Slide 14 - Slide

Elle pense à ses devoirs?
Maak het antwoord af: Oui, elle .....

Slide 15 - Open question

Ils vont à Rotterdam?
Maak het antwoord af: Oui, ils .....

Slide 16 - Open question

Maak nu:
Unité 5 ex. 30, 31a

Werk daarna verder aan 
je leesdossier
(donderdag inleveren)

Slide 17 - Slide

Pak nu rustig je tas in.
Wacht op je stoel tot de bel gaat.
Schuif dan je stoel aan en verlaat het lokaal.
Tu es content(e) de toi-même? Tu as bien travaillé?
As-tu (presque) fini ton Leesdossier?
Finis-le avant jeudi!

Slide 18 - Slide

8/2/24 Lesdoelen
Na deze les 
  • nakijken 30, 31a
  • chanson texte à trous
  • U3 Lire Sportifs chez les Noah!

Slide 19 - Slide

Prenez un stylo
Écoutez la chanson de Yannick Noah
Remplissez les mots qui manqent
Controlez

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Boeken

Cahier d'exercices p. 60
Livre de textes         p. 41

ex. 24 t/m 28

Slide 22 - Slide

Pak nu rustig je tas in.
Wacht op je stoel tot de bel gaat.
Schuif dan je stoel aan en verlaat het lokaal.
Tu es content(e) de toi-même? Tu as bien travaillé?
As-tu (presque) fini les exercices?
Finis-les avant lundi!

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide