Les 4: theatervormen (2)

Les 1
Geschiedenis van theater: masker
Poppenspel, maskerspel , cabaret, clownerie, slapstick, theatersport
1 / 38
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

Items in this lesson

Les 1
Geschiedenis van theater: masker
Poppenspel, maskerspel , cabaret, clownerie, slapstick, theatersport

Slide 1 - Slide

P2 programma

Week 1: non verbale en verbale communicatie; expressie
Week 1: Theatervormen: tragedie, komedie/blijspel, muziektheater, mime/pantomime, performance, danstheater, montagetheater, verteltheater
Week 2: Poppenspel, maskerspel , cabaret, clownerie, slapstick, theatersport





Slide 2 - Slide

Begrippen vandaag
THEATERVORMEN
Poppenspel, maskerspel , cabaret, clownerie, slapstick, theatersport
Non verbale en verbale communicatie

Slide 3 - Slide

Geschiedenis van theater
Grieks theater
Wat was het doel/de functie van het Griekse theater?
“leren over het leven”
Droevige verhalen over wat er zou gebeuren wanneer je niet luistert naar de Goden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Masker?
Wanneer speel je een rol?

Wat draagt allemaal bij aan een rol/karakter/personage?
Mimiek
Gebaren
Lichaamshouding
Kleding
Stem


Slide 6 - Slide

Maskers
Wat is een masker?

Bedenk 3 verschillende (soorten) maskers

Slide 7 - Slide

Masker
*Masker = iemands persoonlijkheid, identiteit

*Met een masker blijft de identiteit verborgen, het masker geeft een nieuwe identiteit
*Masker om te vermommen, zichzelf feestelijk aan te kleden, te beschermen of voor een bepaald ritueel

Slide 8 - Slide

Maskers

Slide 9 - Slide

Maskers

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Masker?
Alicia Keys is het zat om met een masker rond te lopen en heeft besloten om vanaf nu altijd zonder make up door het leven te gaan. Ook tijdens optredens en fotoshoots.

Slide 12 - Slide

Maskerspel
= spelen vanuit of met maskers. Het accent ligt op houding en beweging.


Is dat verbale of non verbale
communicatie

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Schimmenspel
Een voorstelling waarbij een verhaal in beelden via schimmen wordt geprojecteerd op een doek. De schimmen worden gemaakt met behulp van (veelal) tweedimensionale) poppen en voorwerpen (klein schimmenspel) of met spelers en kostuums/masker (groot schimmenspel). Een lichtbron achter de spelers zorgt voor schaduwwerking.


Slide 17 - Slide

Welke theatervorm zag je hier?
A
Schimmenspel
B
Musical
C
Teksttoneel
D
Kleinkunst

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Welke theatervorm zag je hier?
A
Kleinkunst
B
Musical
C
Teksttoneel
D
Cabaret

Slide 20 - Quiz

Cabaret

  • Humor
  • Cabaretvoorstellingen: komedie/zang/dans/theater door elkaar
  • Korte fragmenten (sketches)
  • Alledaagse onderwerpen
  • Maatschappij-kritisch  (duidelijke moraal)
  • Vaak zelfspot (imago)

Slide 21 - Slide

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Theatervorm:
(Panto)Mime
  • Geen tekst. 
  • Acteurs gebruiken alleen lichaamstaal, gebaren en mimiek om een verhaal uit te beelden.
  • Vertelpantomime: een verhaal
    wordt verteld en daarnaast
    uitgebeeld.

Slide 24 - Slide

Theatervorm:
Slapstick

  • Fysieke komedie waarin lichamelijke acties de hoofdrol spelen.
  • Kenmerken: veel gooi- en smijtwerk, ongelukken, gevechten en achtervolgingen.
  • Charlie Chaplin, Tom & Jerry, Home Alone, Mr. Bean

Slide 25 - Slide

Nog 2 filmpjes van 
fysiek theater...

Wat herken je?
(Panto)mime, Vertelpantomime, Slapstick

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Welke theatervorm zie je in het volgende filmpje?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Theatervorm:
Poppenspel

  • Poppen hebben een rol in de voorstelling
  • Handpoppen, marionetten, stokpoppen, enz.

Slide 31 - Slide

Je krijgt een filmpje te zien van een poppenspel. Herken je eigenschappen van de voorwerpen?

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Wat was het conflict in het filmpje?
A
Peter Pan wil naar de afwasmachine
B
Dollie Doekie wil niet dansen
C
Dollie Doekie wil Peter Pan niet poetsen
D
Peter Pan is te traag

Slide 34 - Quiz

Lost dit conflict zich op?
A
nee
B
uiteindelijk wel
C
misschien
D
dat is mijn conflict

Slide 35 - Quiz

Welke eigenschappen herkende je bij Dollie Doekie?
A
sloom, chagrijnig, lage stem
B
bescheiden, lief, zachtjes
C
deftig, jaloers, vals
D
snel, zwierig, streng, soepel, hoge stem

Slide 36 - Quiz

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 37 - Open question

Noem 1 ding waar je nog een vraag over hebt

Slide 38 - Open question