Week 1: nabespreken toets + introductie PW 2: theatervormen en speelstijlen
Week 2: non verbale en verbale communicatie; expressie
Week 3: Theatervormen: tragedie, komedie/blijspel, muziektheater, mime/pantomime, performance, danstheater, montagetheater, verteltheater
Week 4: Poppenspel, maskerspel , cabaret, clownerie, slapstick, theatersport
Week 5: Oefenvragen theatervormen
Week 6: Speelstijl: absurdistisch, fysiek uitvergroot, realistische speelstijl
Week 7: HH verschillende theatervormen en speelstijlen
Week 8: Herhalen toetsstof + oefentoets