a. Wat voor gevoel overheerst bij jou, als je denkt aan het personage Benoît?
Denk aan: bewondering – afkeer – boosheid – jaloezie – nieuwsgierigheid –
angst. Vertel eens waarom.
b. Zou jij bevriend willen zijn met Benoît? Vertel waarom wel/niet.
Tijdens de betoging ziet Lucas onverwacht Caitlin. Lucas schrikt. Hij kiest ervoor om te doen alsof hij Caitlin, het meisje op wie hij verliefd is, niet ziet.
c. Welke keuze had Lucas op dat moment ook kunnen maken?
d. Welke keuze had jij op dat moment gemaakt? Vertel waarom.