2mh woensdag h5 woordenschat

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

10 minuten lezen in stilte

Lezen in je leesboek / fragmenten Google Classroom / nieuws lezen. 

--> Je wordt hier zo naar gevraagd. 

Planning

1. Lezen in stilte ~10 min 
2. Opdracht 5 H5 woordenschat bespreken ~10 min
3. Opdracht woordenschat  ~15 min
4. Woorden noteren voor de aankomende toets ~5 min

Lesdoel

Je kan uitleggen wat samenstellingen zijn. 

Je weet hoe je de betekenis van een samenstelling moet opzoeken. 

Leerlingen thuis: uitlegfilmpje studiewijzerplus bekijken en opdracht 3, 4 en 5 maken. 

Welk deel van een samengesteld woord bepaalt de betekenis?

1. Het eerste deel
2. Het middelste deel
3. Het laatste deel
4. Hangt van het woord af

Veel samengestelde woorden staan niet in een woordenboek. Hoe vind je de betekenis?

1. In het woordenboek de onbekende woorddelen opzoeken
2. In het woordenboek de bekende woorddelen opzoeken
3. Opzoeken? Waarom al die moeite doen?
4. De docent vragen.

H5 woordenschat opdracht 5 bespreken

WAT: H5 woordenschat opdracht 5 bespreken (gisteren gemaakt). 

Controleer je antwoorden --> stof voor de toets. 

Aan de slag!

WAT: Opdracht woordenschat (op papier)
--> voor lln thuis in de Classroom. 

HOE: Eerste 5 min in stilte zodat iedereen de tekst rustig kan lezen. Daarna vragen maken (mag in tweetallen)

RESULTAAT: Bespreken.

KLAAR: Studiewijzerplus trainen H5 woordenschat (voor de toets) 

Afsluiting

• Lesdoelen behaald?
• Herhaling: noem een voorbeeld van een samenstelling. 
• Hoe vind je de betekenis van een samenstelling? 
  
  Na de vakantie: proefwerk H5 lezen en H5 woordenschat. 

10 minuten lezen in stilte

Lezen in je leesboek / fragmenten Google Classroom / nieuws lezen. 

--> Je wordt hier zo naar gevraagd. 

Planning

1. Lezen in stilte ~10 min 
2. Herhaling H5 taalverzorging ~10 min 
3. Start H6 taalverzorging ~10 min 
4. Aan de slag ~10 min
5. Afsluiting

Kahoot

Geef eens wat
voorbeelden
van voorzetsels?

voorzetsels worden ook wel kastwoorden genoemd

Lesdoel

Ik kan vaste voorzetsels bij werkwoorden herkennen en gebruiken. 

De pasgeboren baby lijkt erg ... haar grote zus.

1. in
2. met
3. op
4. van

Wat is het vaste voorzetsel bij het woordje 'lijken' in de vorige vraag?

Na dat harde werken, keken we uit ... de vakantie

1. in
2. naar
3. tot
4. met

schrijf een werkwoord
met vast voorzetsel op.
vb: verlangen naar.

Aan de slag!

WAT: H5 woordenschat afmaken // starten met H6 taalverzorging opdracht 1 + 2

HOE: Studiewijzerplus // schrift 

EERDER KLAAR: nieuws lezen, trainen via Studiewijzerplus, samenvatting maken voor de aankomende toets.