H5 woordenschat (les 2)

Woord van de week: gunstig
Vergelijkbare woorden/vormen van het woord: 


Zinnen met het woord waarin de betekenis duidelijk wordt: 


week 15
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woord van de week: gunstig
Vergelijkbare woorden/vormen van het woord: 


Zinnen met het woord waarin de betekenis duidelijk wordt: 


week 15

Slide 1 - Slide

Vergelijkbare woorden/vormen van het woord:
- gunst/gunsten 

Zinnen: 
- Het resultaat is gunstig.
- Het ziet er voor jou gunstig uit. 

Betekenis gunstig: voorspoedig/voordelig
Planning 1MH1
woord van de week ~5 min
Terugblik H5 woordenschat en hw bespreken ~10 min 
Opdracht 4 maken ~5 min 
Opdracht 5 klassikaal maken ~15 min 
PAUZE
Woordenschat hw afmaken
Aan de slag met Fictie E 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Je kan de betekenis van een onbekend woord vinden door gebruik te maken van een bekend woorddeel. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

on-,ont- en her- zijn voorbeelden van ...
A
samenstellingen
B
voorvoegsels
C
achtervoegsels

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Je weet wat het voorvoegsel wan- betekent. Wat betekent: wanbegrip?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent 'smaakvolle'?
A
zonder smaak
B
met veel smaak
C
opnieuw proeven

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'hergebruiken'?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent 'moeiteloos'?
A
zonder moeite
B
met veel moeite

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Woord
Hoe betekenis afleiden?
Betekenis
buitengewone
samengesteld
niet gewone/bijzondere
smaakvolle
achtervoegsel
met veel smaak
hergebruiken
voorvoegsel
opnieuw gebruiken
aanvangstijd
samengesteld
starttijd/begintijd
moeiteloos
achtervoegsel
zonder moeite
wanorde
voorvoegsel
zonder orde
onbegaanbaar
voorvoegsel
niet begaanbaar
verkoopstrategie
samengesteld
manier van verkopen

Slide 9 - Slide

Antwoorden opdr 2 bespreken. 
Vervolg opdracht 2. 
4 B markt waar iedereen mag verkopen

5 'hun slag willen slaan' betekent in deze zin: voor weinig geld mooie spullen willen kopen.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Opdr. 3 bespreken
Wat is een afleiding? 
Wat is een samenstelling? 

Slide 11 - Slide

Leerlingen antwoorden laten opnoemen. 
Mogelijke antwoorden opdr.3
1. Bijvoorbeeld wandelaar, bewandelen, wandeling

2. Bijvoorbeeld skater, skatebaan, skatepark, skateboard, skateloos, skatebaar

3. Bijvoorbeeld probleemloos, problematisch, studieprobleem, werkprobleem

4. Bijvoorbeeld vriendschap, vriendloos, vriendelijk, ontvrienden

5. Bijvoorbeeld koper, omkopen, verkopen, afkopen, inkopen

6. Bijvoorbeeld verwerken, werkeloos, werkbaar, (harde) werker

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Nu: opdr. 4 maken 
WAT: H5 woordenschat - opdracht 4

HOE: In je schrift. Geen Studiewijzerplus. 

HOE LANG: 5 minuten. 

EERDER KLAAR: Lees opdracht 5 vast door. 

RESULTAAT: Na 5 minuten bespreken we de opdracht. 
timer
5:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Nu: start met opdr. 5
WAT: H5 woordenschat - opdracht 5

HOE: In je schrift. Geen Studiewijzerplus. Zachtjes overleggen. 

HOE LANG: 10 minuten. 

EERDER KLAAR: Nieuws lezen / trainen via Studiewijzerplus 

RESULTAAT: Vandaag/morgen bespreken we de opdracht. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Fictie E
Pak Fictie E erbij (bijna achterin je boek! 

We maken opdracht 1  + 2.
We lezen de teksten klassikaal en starten de opdrachten ook klassikaal

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Lesdoel behaald? 
Herhaling: voorbeeld van een afleiding? Van een samenstelling? 
Wat kun je doen als je een onbekend woord tegenkomt in een tekst? 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Planning 1MH2
5 minuten nieuws lezen en bespreken ~10 min 
Opdracht 4 maken ~5 min 
Opdracht 5 klassikaal maken ~15 min 
Aan de slag met Fictie E opdracht 1 
Afsluiting

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Je kan de betekenis van een onbekend woord vinden door gebruik te maken van een bekend woorddeel. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Nu: opdr. 4 maken 
WAT: H5 woordenschat - opdracht 4

HOE: In je schrift. Geen Studiewijzerplus. 

HOE LANG: 5 minuten. 

EERDER KLAAR: Lees opdracht 5 vast door. 

RESULTAAT: Na 5 minuten bespreken we de opdracht. 
timer
5:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Nu: opdr. 5 samen
WAT: H5 woordenschat - opdracht 5

HOE: In je schrift. 

HOE LANG: 10 minuten. 

DAARNA: tijd om je huiswerk te maken: 1 t/m 6 in je schrift

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Fictie E
Pak Fictie E erbij (bijna achterin je boek! 

We maken opdracht 1  + 2
We lezen de teksten klassikaal en starten de opdrachten ook klassikaal

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Lesdoel behaald? 
Herhaling: voorbeeld van een afleiding? Van een samenstelling? 
Wat kun je doen als je een onbekend woord tegenkomt in een tekst? 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions