Binastoetsje Hormonen

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

5V Nectar H13 hormonen met Binas

Binastabbelen spijsvertering

82 

Zie BINAS 82. Waar start de vetvertering bij baby's?

1. In de maag
2. In de lever
3. In de alvleesklier
4. in de 12-vingerige darm

BINAS 82E
Welke organen zijn betrokken bij de koolhydraatvertering?

1. de maag, alvleesklier en lever
2. de maag, alvleesklier en dunne darm
3. de speekselklieren, alvleesklier en dunne darm
4. alvleesklier en speekselklieren

Eiwitvertering, BINAS 82G

Koolhydraatvertering, BINAS 82G

Vetvertering BINAS 82G

Onverzadigde vetten:

1. Hebben dubbele bindingen, zijn gezond
2. Hebben dubbele bindingen, zijn ongezond
3. Geen dubbele bindingen, zijn gezond
4. Geen dubbele bindingen, zijn ongezond

Zet in volgorde van groot naar klein:
Microvilli – Darmvlok - Darmplooi

1. Microvilli – Darmvlok - Darmplooi
2. Microvilli – Darmplooi - Darmvlok
3. Darmplooi – darmvlok – microvilli
4. Darmplooi – microvilli - darmvlok

Binastabellen Nieren

BINAS 85A Nieren

BINAS 85B Samenstelling bloedplasma en urine

BINAS 85C Niereenheid/ nefron

BINAS 85D Osmoregulatie

BINAS 89A Hormonen

Begrippen: tegenstroomprincipe, ADH, aldosteron, renine

Hieronder zie je een doorsnede van een nier. 

Zet de namen van de onderdelen op de juiste plaats.

nierbekken

nierschors

niermerg

urineleider

nierslagader

nierader

glomerulus

Lis v Henle

Verzamelbuis

slagader

ader

In welk deel van een nefron vindt actief
transport plaats van K+ en H+? De schors,
binnenste merg of buitenste merg?

1. Schors
2. Binnenste merg
3. Buitenste merg

Bekijk binas 85B.
Wat is het verschil voorurine en urine? Dus welke stoffen worden allemaal teruggeresorbeerd?

Bekijk binas 85B.
Wat is het verschil tussen bloedplasma en voorurine?

Binas tabellen Ademhalen

83

Welke factor verandert wanneer longblaasjes stuk gaan bij longemfyseem?

1. A
2. D
3. Δc
4. Δx

Daphne rookt en krijgt hierdoor een dun laagje teer in haar longen. Welke factoren uit de wet van Fick veranderen?

1. A, D en Δx
2. A, D en Δc
3. A, Δc en Δx
4. Δc en Δx

Waar vind ik informatie over…

…hormoonklieren, het afgegeven hormoon en de werking van het hormoon?

BINAS 89A

…verschillende regelkringen met hormonen?

BINAS 89C

Waar wordt groeihormoon geproduceerd?

1. In de bijnieren
2. In de alvleesklier
3. In de hypothalamus
4. In de hypofyse

Welk signaal zorgt voor afgifte van insuline?

1. Een grote hoeveelheid koolhydraten in de darm
2. Een lage hoeveelheid glycogeen in de lever
3. Een hoog glucosegehalte in het bloed
4. Een grote hoeveelheid spijsverteringsenzymen die afgegeven worden door de alvleesklier

Op welk moment schrok deze persoon hevig?

1. P
2. Q
3. R
4. S

Welk hormoon is verantwoordelijk voor het verhoogde glucosegehalte?

1. Insuline
2. Glucagon
3. Adrenaline
4. Thyroxine

Welk van de onderstaande organen is geen hormoonklier?

1. De alvleesklier
2. De hersenstam
3. De maag
4. De nieren

Waar bevinden zich receptoren voor regeling Ca2+ waarden van het bloed?
(bij Binas)

1. schildklier
2. bijschildklier
3. zowel schildklier als bijschildklier
4. zowel schildklier als bijschildklier als nieren

In welk orgaan worden 'releasing factors' gemaakt?

1. Hypothalamus
2. Hypofyse
3. Doelorgaan
4. Hypothalamus en hypofyse

Botten nemen extra calcium op door het hormoon (Binas)

1. PTH
2. calcitonine
3. adrenaline
4. testosteron

Waar liggen de osmoreceptoren in je lijf om
de osmotische waarde van je bloed te meten?
Geef ook de binastabel aan waar je het gevonden hebt.

Dit hormoon stimuleert de maagsapproductie
en versterkt de maagmotoriek.
Geef ook de binastabel aan waar je het gevonden hebt.

Hoe werken peptidehormonen?
Bians 89

1. Ze binden aan een receptor op het celmembraan met als gevolg een actie van de cel
2. Om binnen te komen en te binden aan een receptor in het cytoplasma, binden ze aan een transporteiwit
3. Ze binden dan aan een receptor in het cytoplasma. Het gevormde complex heeft effect op het DNA.
4. Ze stimuleren de hypothalamus tot afgifte van neurohormonen.

Hoe werken steroidhormonen?
Binas 89

1. Ze binden aan een receptor op het celmembraan met als gevolg een actie van de cel
2. Ze werken als hulpstoffen, die hun buurcellen tot actie prikkelen.
3. Ze binden dan aan een receptor in het cytoplasma. Het gevormde complex heeft effect op het DNA.
4. Ze stimuleren de hypothalamus tot afgifte van neurohormonen.

Regelschema:

Hypothalamus

Hypofyse

In een regelschema noteer je: - de aansturing vanuit de hypothalamus

- de betrokken hormoonklieren, hormonen en doelwitorganen

- of er sprake is van stimulatie/remming (+/-)

- het effect in het doelwitorgaan

- de negatieve of positieve terugkoppeling

Binas 87B. De zweetklieren zijn een voorbeeld van .......... in de regelkring voor het handhaven van de lichaamstemperatuur.

1. een receptor
2. een effector
3. de norm

www.universiteitvannederland.nl