5.1 Grammar & Opdracht 14

Vak: Engels
Hoofdstuk: 5.1 Grammar & Opdracht 14
1.
Lesson opening
2.
Lesson goals
3.
Arrangements + Mini-check
4. 
Instruction
5.
Supervised practice
6. 
Work independently
7.
Evaluation
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Engels
Hoofdstuk: 5.1 Grammar & Opdracht 14
1.
Lesson opening
2.
Lesson goals
3.
Arrangements + Mini-check
4. 
Instruction
5.
Supervised practice
6. 
Work independently
7.
Evaluation

Slide 1 - Slide

1. Lesson opening
Take your English book but keep it closed.

Homework check: 
-

Slide 2 - Slide

2. Lesson goals
After this lesson: 
- kun je de grammar van de plural
- weet je wanneer je much of many gebruikt
- kun je de comparisons toepassen






Slide 3 - Slide

3. Arrangements
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie. 
Jessica, Gijs, Jochem & Jamie

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Jaysen & Zouhir

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen en samen begeleid inoefenen.
Niek

Slide 4 - Slide

Mini-check
leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 
Er is geen mini-check vandaag. Iedereen doet mee met de instructie. 

Slide 5 - Slide

Wie maakt wat:
3 vragen of meer goed? Ga zelfstandig aan de slag:
Je maakt zelfstandig 4.1 opdracht 9 t/m 11 op blz. 15 t/m 18

De rest doet mee met de instructie.

Slide 6 - Slide

4. Instruction
Lees en kijk mee naar de volgende dia. 


Slide 7 - Slide

Plural = meervoud

Slide 8 - Slide



De meeste vormen eindigen in het meervoud op -s

parent - parents
star - stars
friend - friends


Woorden die eindigen op -sis klank, krijgen -es

watch - watches
dish - dishes
Plural

Slide 9 - Slide



Woorden die eindigen op een medeklinker + -y, krijgen -ies.

lady - ladies
story - stories


Woorden die eindigen op een medeklinker + -o, krijgen 
-oes. 

potato - potatoes
tornado - tornadoes
Plural

Slide 10 - Slide



Woorden die eindigen op een -f, krijgen -ves

life - lives
leaf - leaves




In het Engels krijgen meervouden van 
worden NOOIT 's. 
Plural

Slide 11 - Slide

Grammar: plural
child ---> children
foot ---> feet
mouse ---> mice
sheep ---> sheep
tooth ---> teeth

Maar er zijn ook andere (onregelmatige) meervouden. Deze moet je uit je hoofd leren! 

Slide 12 - Slide

Much / many

Slide 13 - Slide

Much / Many
TIP! 

Telbare zelfstandig-naamwoorden kun je een getal voorzetten! 
-> DUS MANY
telbare zelfstandige naamwoorden
NIET-telbare zelfstandige naamwoorden

Slide 14 - Slide

Comparisons
big
bigger
the biggest
COMPARISONS
Trap van vergelijking

Slide 15 - Slide

Om de vergrotende trap te maken zet je -er achter of more voor een bijv. nw.
Om de overtreffende trap te maken zet je -est achter of most voor een bijv. nw. 
Eén lettergreep: -er / -est

quick - quicker - (the) quickest
small - smaller - (the) smallest
Twee lettergrepen op -le, -er, -ow, -y: -er / -est

simple - simpler - (the) simplest
clever - cleverer - (the) cleverest
Twee lettergrepen NIET op -le, -er, 
-ow, -y: more / most

famous - more famous - most famous
careful - more careful - most careful
Drie of meer lettergrepen: more / most

popular - more popular - most popular
terrible - more terrible - most terrible

Slide 16 - Slide

5. Supervised practice
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis & verdiept)?
Je maakt zelfstandig 5.1 opdracht 9 t/m 12 op blz. 56 t/m 58 en opdracht 14 op blz. 60

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Niek (of vind je het lastig): Dan maken we samen opdracht 9 

Slide 17 - Slide

6. Work independently
Je maakt zelfstandig 5.1 opdracht 9 t/m 12 + 14 op blz. 56 t/m 58 en blz 60 



Ben je klaar?
1. Werkboek inleveren
2. Vocabulary 5.1 leren (via het boek of Quizlet). 
3. Leren phrases writing of irregular verbs die horen bij de past simple

timer
1:00

Slide 18 - Slide

7. Evaluation
How did the lesson go? 
Do you have questions or did you find something difficult? 

Lesson goals: 
- kun je de grammar van de plural?
- weet je wanneer je much of many gebruikt?
- kun je de comparisons toepassen?


Slide 19 - Slide

8. Homework & Tests
Homework:
Friday May 31st
5.1 opdracht 9 t/m 12 + 14
Tests:

Slide 20 - Slide