examentraining C, D, E

examentraining C, D, E
1 / 44
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 44 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

examentraining C, D, E

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

herhaling domein C, D ,E
zelfstandig oefenen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Personeelsbeleid
Personeelszaken (HR) houdt zich bezig met
  • Instroom van nieuw personeel (vacatures plaatsen, aannemen van personeel)
  • Doorstroom (ontwikkeling van personeel, trainingen)
  • Uitstroom (ontslag, pensionering
  • Beloningen en arbeidsvoorwaarden


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Individuele arbeidsovereenkomst
- Tussen werknemer en werkgever
- Persoonlijk per werknemer 

Er is een gezagsverhouding, er wordt loon betaald, verplichting om te werken

- bepaalde tijd of onbepaalde tijd

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Soorten arbeidsovereenkomsten  
1. Vast
2. Tijdelijk
3. Oproep (uren vast maar moment niet)
4. nul-urencontract (geen uren en geen moment afgesproken)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Collectieve arbeidsovereenkomst
Cao is overeenkomst tussen werknemers- 
en werkgeversorganisaties.
Een cao geldt voor alle werknemers in een bepaalde bedrijfstak/onderneming. 

Algemeen verbindend: beter mag, niet slechter

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

ZZP: overeenkomst van opdracht
Freelancer of ZZP'er verhuurt zich aan een opdrachtgever. Er is geen gezagsverhouding en dus ook niet van een arbeidsovereenkomst. 

Verschillen
  • arbeidsrecht is niet van toepassing
  • opdrachtgever draagt geen loonbelasting of premies werknemersverzekeringen af. 
  • geen pensioenopbouw, doorbetaling bij ziekte en vakantiegeld

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Ontslag

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Arbowet & arbeidstijdenwet
- arbowet (arbeidsomstandighedenwet): In deze wetten staan regels voor een veilige en gezonde werkomgeving
- Arbeidstijdenwet: Geeft regels voor werk en rusttijden. Bij jongeren gelden andere regels, afhankelijk van je leeftijd.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bevoegdheden OR
Adviesrecht: de werkgever geeft de OR de gelegenheid om advies te geven over voorgenomen besluiten. Beslissing blijft bij de werkgever.
Instemmingsrecht: wanneer OR voorgenomen besluit afwijst, dan mag werkgever het niet uitvoeren.
Informatierecht: de werkgever is verplicht alle informatie te verstrekken die de OR nodig heeft om zijn taken goed te kunnen vervullen.
Initiatiefrecht: De OR mag zelf met voorstellen komen over alle sociale, organisatorische en financiële zaken van de onderneming.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Investeren en financieren

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De Vermogensmarkt

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Drie toezichthouders

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Aandelen
Maatschappelijk aandelenkapitaal
Aandelen in portefeuille                          -
Geplaatst aandelenkapitaal





Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Verschillende waarden
Nominale waarde: staat op aandeel vermeld, nodig om aantal aandelen en vermogen te berekenen
Emissiekoers: koers waartegen nieuwe aandelen gekocht kunnen worden
Beurskoers: dat wat je voor een aandeel moet betalen, wordt bepaald door toekomstverwachting
Intrinsieke waarde: EV/aantal geplaatste aandelen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Emissiekoers
  • A pari --> Gelijk aan de nominale waarde
  • Boven pari --> boven de nominale waarde
  • Beneden pari --> Onder de nominale waarde

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Obligatielening
Obligatielening = grote geldlening op lange termijn die verdeeld is in kleine stukken (van bijv. €500)

Obligatie = bewijs van deelname in obligatielening
- Interest is de vergoeding
- Aflossing van lening

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Converteerbare obligatielening
  • Lening waarvan de aflossing mogelijk niet in geld, maar in aandelen wordt gedaan
  • Waarom geven ondernemingen een converteerbare obligatie uit in plaats van aandelen of een gewone obligatie? 
  • Keuze kan bij onderneming of belegger liggen.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Onderhandse lening
--> lening op lange termijn door 1 geldgever verstrekt. 

Verstrekt
Geldgever --------------> geldnemer

Bank --------------> Peter




Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Leverancierskrediet
Leverancier
  • Verstrekt leverancierskrediet
  • Staat als debiteur op zijn balans. 
Afnemer
  • Ontvangen leverancierskrediet
  • Crediteur op de balans. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Afnemerskrediet (ook consumptief en productief)
= vooruit betalen
De afnemer (de klant) verstrekt krediet aan de leverancier
Wanneer:
  • Bij speciale orders (maatwerk) 
  • Dienstverlenende bedrijven (bij wanbetaling kan je geen product terugvorderen)
  • Opkopende handel (agrarische gewassen kweken voor de klant)

Slide 22 - Slide

Boot wordt in fases gebouwd en iedere keer betaal je als klant een deel vooruit

Terminologie bij opties
  • De vooraf afgesproken prijs waartegen je de onderliggende waarde (het aandeel) kan kopen of verkopen bij deze optie, heet de uitoefenprijs
  • De uiterste datum waarop het recht kan worden uitgeoefend, heet de expiratiedatum
  • Het bedrag waartegen de optie zelf wordt verhandeld, heet de optiepremie.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Opties
Call optie:

De koper van de optie zal van de optie gebruik maken als de koers hoger is dan de uitoefenprijs

winst per optie = ( huidige koers - uitoefenprijs - optiepremie )
x 100

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Opties
Put optie:

De koper van de optie zal van de optie gebruik maken als de koers lager is dan de uitoefenprijs

winst per optie = ( uitoefenprijs - huidige koers - optiepremie )
x 100

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Verkoper optie = optie schrijver

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Termijncontract
Een termijncontract of future is een overeenkomst om iets te kopen of te verkopen tegen een vooraf afgestelde prijs op een bepaald moment.

Verschil met een optie: optie is een recht, termijncontract een verplichting.

Wordt veel gebruik van gemaakt bij grondstoffen en op de valutamarkt.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Hedging (afdekken risico)
Opties kunnen ook worden gebruikt om de risico's van aandelen in te perken. 
Stel je belegt € 10.000,- in aandelen, maar hebt dit geld binnenkort wel weer nodig voor een uitgave.
Je hoopt dat de waarde van de aandelen in de tussentijd stijgt, maar ziet ook het risico dat de waarde van de aandelen daalt en je op het moment van verkoop een groot verlies hebt

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

OFF BALANCE FINANCIERING
Het is mogelijk om over diverse activa te beschikken zonder dat je er eigenaar wordt. ( deze activa komen dus niet op de balans = off balance). ​

Off balance financieren is dus buiten de balans om​, 
dit kan door middel van huren of leasen



Dit kan door middel van huren en of leasen.


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Leaseconstructies
Financial Leasing <------------------------> Operational Leasing

na afloop eigenaar                                         na afloop geen eigenaar
onderhoud voor huurder                    onderhoud voor verhuurder
verzekering voor huurder                      verzekering voor verhuurder
lagere leaseprijs                                                         hogere leaseprijs

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Marketing

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

klantwaardepropositie
Waardepropositie = reden waarom klant bij jou koopt en niet bij de concurrent: combinatie van functionele voordelen, verkleinde nadelen, emotionele waarden.

Waardepropositie creëert klantwaarde = totale waarde van de aankopen van de klant gedurende relatie met bedrijf

Waardepropositie + klantwaarde = klantwaardepropositie: alle aspecten van product/dienst waarvoor klant wil betalen en dus de omzet bepaalt.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Marketing
Waardestrategieën Treacy en Wiersema:

- Operational Excellence ( meest kostenefficient, bijv. Dell )
- Product Leadership ( innovatieve producten, bijv. Apple )
- Customer Intimacy ( relatiemanagement, bijv. KLM )

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Marketinginstrumenten: 4 p's

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Productbeleid 
Let op: Aanvulling op lesboek


Kenmerken van een product:
1. Kwaliteit
2. Verpakking
3.  Garantie en services
4. Merk

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Prijsbepaling
  • voortbestaan onderneming afhankelijk van prijsbepaling.

  • Verschillende methoden:
  1. Kostengeoriënteerde prijsbepaling
  2. Concurrentiegeoriënteerde prijsbepaling
  3. Vraaggeoriënteerde prijsbepaling

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Penetratie en afroompolitiek
Penetratiepolitiek:
  • Prijs product bij intro laag stellen zodat groot deel van de markt veroveren (groter marktaandeel).

Afroompolitiek:
  • Begint met hoge prijs bij introductie

Voorwaarden afroompolitiek
  • Product moet betrekkelijk nieuw zijn;
  • Product is een duurzaam consumptiegoed of erg modegevoelig.
  • Het aantal kopers is in elke fase voldoende groot.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Plaats
Plaatsbeleid / Distributiebeleid
directe distributie
Producent -----> Consument

indirecte distributie
Producent ---> Detaillist ----> Consument
Producent ---> Groothandel ---> Detaillist ---> Consument

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Push- en pull-strategie

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Promotiebeleid
Massacommunicatie en individuele communicatie
- Commerciële reclame 
-informatieve reclame 
- merkreclame
- ideële reclame

Social media

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Affiliate marketing
het adverteren door een derde met als doel per verkoop een vergoeding te ontvangen.
(prijsvergelijkingssites)

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Vijfkrachtenmodel van Porter
Bepaling aantrekkelijkheid bedrijfstak

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Examenopgaves maken
Opgave 2, de Waard (domein B)
Opgave 5, Bente (domein B)
Opgave 3, Zorgverzekeraars
Opgave 2, Peter
Opgave 1, Johanna

Slide 44 - Slide

This item has no instructions