Nederlands trede 13: kijken en luisteren, daarover/begrijpen

Trede 13: kijken en luisteren 2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Trede 13: kijken en luisteren 2

Slide 1 - Slide

Welkom!

Slide 2 - Slide

10 minuten lezen
Schrijven:
- 10 minuten stil lezen

- Punt uit!
- Zoals het hoort
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Planning
Trede 13: kijken en luisteren. Maak deze drie werkdoelen:
  1. Doel
  2. Daarover
  3. Begrijpen
Maak alle klaargezette opdrachten per werkdoel.

2. Lezen in je leesboek of werken aan boekenmissie

Slide 4 - Slide

timer
0:30
Wat hebben we vorige les besproken?

Slide 5 - Mind map

Samenvatting
1. Een maker heeft altijd een doel. Dat doel omschrijf je in 1 woord

2. Een maker bedoelt altijd iets. Die bedoeling omschrijf je in een hele zin.

3. Je kunt een onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.


Slide 6 - Slide

Vandaag
1. hoofdgedachte

2. beeldspraak en ironie

Slide 7 - Slide

Onderwerp en hoofdgedachte
Luister of kijk je naar een fragment, dan wil je natuurlijk weten waar het over gaat. Je weet vaak al vrij snel wat het onderwerp van het fragment is. Maar wat zeggen de makers over dat onderwerp?

Dat wat over het onderwerp wordt gezegd, is de hoofdgedachte: de belangrijkste informatie over het onderwerp. 

Slide 8 - Slide

Het onderwerp is hetzelfde als de hoofdgedachte
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

De hoofdgedachte is altijd een hele zin
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

De hoofdgedachte vind je meestal aan het begin of het eind van een fragment.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Beeldspraak en ironie
Beeldspraak
'Boom van een vent'

Ironie
Iets zo zeggen dat het niet serieus wordt opgevat.
Humor
'Nou, lekker op tijd jongens!'


Slide 13 - Slide

Je moet het nou eens goed in je oren knopen, dat je op tijd moet komen.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 14 - Quiz

Mijn broer krijgt de baard in de keel.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 15 - Quiz

Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 16 - Quiz

Samenvatting
1. Een onderwerp is  in 1 woord, de hoofdgedachte in een hele zin waar het fragment over gaat.

2. Bij beeldspraak maakt iemand iets duidelijk met een woord dat een bepaald beeld oproept.

3. Ironie is iets anders zeggen dan je bedoelt.

Slide 17 - Slide

Aan de slag!
* Trede 13: kijken en luisteren. 
1. Doe
2. Daarover
3. Begrijpen
Maak alle klaargezette opdrachten per werkdoel.

* Lezen in je leesboek of werken aan boekenmissie

Succes :)

Slide 18 - Slide