Inleiding ethiek

Inleiding ethiek
1 / 28
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Inleiding ethiek

Slide 1 - Slide

Wat is ethiek?
Nadenken over wat is het goede 
en wat is het slechte om te doen?

Wat is het goede doen?
Waarom moeten we het goede doen?
Wat gebeurt er als we niet het goede doen?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Basisbegrippen
Waarden: Dingen die wij belangrijk vinden in de omgang met elkaar of in onze manier van leven. Het gaat hier niet om materiele zaken die je kunt kopen of vast kunt pakken. Je moet deze waarde in één woord kunnen zeggen. Bijvoorbeeld: vriendschap, liefde, vertrouwen, vrijheid.

Normen: De gedragsregels die jij gebruikt om je aan jouw waarden te houden. Bijvoorbeeld: Vertrouwen --> Ik lieg niet tegen mijn vrienden.
Moraal: Al jouw normen en waarden bij elkaar.
Moreel verantwoord: Dan vind jij dat het goed is. Bijvoorbeeld: Je vindt het goed als een moordenaar de doodstraf krijgt.
Moreel verwerpelijk: Dan vind jij dat het niet goed is. Bijvoorbeeld: Aapjes die aan een ketting vastzitten en trucjes moeten doen voor toeristen. 



Slide 4 - Slide

Basisbegrippen
Ethiek: Nadenken over wat goed is, en wat slecht/kwaad

Ethisch dilemma: In een moeilijke situatie zitten waarbij je moet kiezen tussen het goede of het slechte doen (bijvoorbeeld wel of geen boerka-verbod instellen in Nederland)

Ethische onderwerpen: Onderwerpen waarbij je voor jezelf moet bepalen of jij dit goed of slecht vindt, waar jij je mening over moet bepalen (bijvoorbeeld de doodstraf, abortus, asielzoekers, euthanasie).

Slide 5 - Slide

Paragraaf 1: Inleiding
Lezen blz. 39
Maken opdracht 1 en 2
Samen opdracht 3

Slide 6 - Slide

Paragraaf 2: De ethische optiek
De benadering dat mensen uiteindelijk het goede behoren te doen (menswaardig, niet alleen denken, maar ook echt doen).

Samen lezen par 2 (blz. 40 t/m 42
Maak opdracht 4 t/m 8 als huiswerk




Slide 7 - Slide

Begrippen
Optiek: Manier waarop je naar de werkelijkheid kijkt. Verschillende 'brillen'. Bv: de commerciële optiek, de juridische optiek, de historische opties, of natuurlijk de ethische optiek. 

Ethische optiek: De benadering dat de mens uiteindelijk het goede behoort te doen. Bv: Iemand verdrinkt. Je kan die persoon helpen. Vanuit de ethische optiek moet je dit persoon dan helpen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Paragraaf 3: Ethische visies
Meningen over hoe wij ons horen te gedragen.

Gevolgenethiek: Als het resultaat van het handelen
goed is, de beste uitkomt.

Beginselethiek: Als er recht wordt gedaan aan je 
beginselen (je waarden)

Samen lezen par 3 (vanaf blz. 42)
Maak opdracht  10, 11, 13, 14, 15,
16, 20

Slide 10 - Slide

Paragraaf 4: Ethische stelsels
Hedonisme, eudemonisme & utilisme
Genot, geluk & nut
Lezen par 4 (blz. 45 en 46)







Slide 11 - Slide

Opdracht
Wat past het beste bij jou en de manier hoe jij in het leven staat: hedonisme, eudemonisme of utilisme? Of een combinatie?

Leg in minimaal 75 woorden uit wat het beste bij jou past, of welke combinatie. Gebruik de theorie en minimaal één voorbeeld bij je uitleg.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

De ethiek van Immanuel Kant (1724-1804)
Goede bedoeling
Neiging 
Plichtsbesef
Menswaardigheid

Zou je willen dat iedereen doet zoals jij het doet? Zo ja, dan handel je (volgens jou) goed.

Lezen blz. 47 en 48
Maken als huiswerk opdracht 25

Slide 14 - Slide

Even een stapje terug
Verschillende optieken:
De commerciële optiek: Hoe kunnen we zoveel mogelijk winst maken?
De juridische optiek: Wat zijn de wettelijke regel?
De esthetische optiek: Is dit mooi of lelijk?
De ethische optiek: Wat is uiteindelijk het goede om te doen?

Visies:
Ethische visie: Onderzoeken wat nu uiteindelijk het goede is om te doen. Bijvoorbeeld: beginselethiek / gevolgenethiek

Beginselethiek: Wat zijn jouw normen en waarden en hoe leef je die na?

Gevolgenethiek: Hoe kom je tot een goed resultaat? 

Slide 15 - Slide

Voorbeelden van ethische dilemma's
1. Mag je een kleine groep onschuldige mensen vermoorden om een grotere groep mensen te beschermen?
2. Mag de overheid je verbieden om te schaatsen op te dun ijs?
3. Moet je wel of geen donor worden?
4. Mag de overheid onze privacy schenden om ons zelf te beschermen?
5. Mag bedrijven en burgers het milieu vervuilen als je weet dat dit zorgt voor klimaatverandering?
6. Mag een restaurant de ruimte zo inrichten dat mensen zo snel mogelijk weer weg gaan nadat ze hebben gegeten?
7. Mogen robots op zo'n manier worden ingezet dat ze de banen overnemen van mensen?
8. Moeten we ouders die roken waar kinderen bij zitten kunnen vervolgen voor kindermishandeling?
9. Mag je mensen een boete geven omdat ze hun telefoon gebruiken tijdens het fietsen?
10. Mag je moslima's verbieden om een hoofddoek te dragen?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Opdracht ethiek van Kant
(In tweetallen)

A. Wat is er goed of slecht aan deze situaties, oftewel, zijn deze situaties ethisch verantwoord? Waarom wel of waarom niet? (minimaal 60 woorden)
B. Lees het stuk over Kant nog een keer door. Pas de begrippen neiging, plichtsbesef en menswaardigheid toe op deze beide situaties. Dit kan op verschillende manier, wees creatief. (minimaal 150 woorden)
C. Stel jezelf voor dat je zelf in deze situatie zit, dus tentoongesteld wordt in een mensen-zoo of werkt in deze kobaltmijnen. Hoe zou jij dit vinden? Wat zou jij zelf willen dat er aan zou worden gedaan? (minimaal 100 woorden)




Slide 19 - Slide

Paragraaf 5: Ethiek als proces
A. Ethische gevoeligheid:
- Wat zijn de gevolgen van mijn gedrag voor anderen?
- Wat voor gevoel heb ik bij de situatie?
- Ben ik verantwoordelijk?
- Hoe zou ik het vinden als ik word behandeld zoals ik anderen behandel?

Slide 20 - Slide

Paragraaf 5: Ethiek als proces
B. Ethische analyse:
- Welke optieken spelen een rol?
- Welke waarden spelen mee?
- Wat is precies het ethische dilemma?
- Wie zijn er allemaal bij betrokken?
- Wie is er verantwoordelijk?


Slide 21 - Slide

Paragraaf 5: Ethiek als proces
C. Ethisch oordeel:
Geef goede argumenten om aan te geven wat jij een goede of niet goede manier van handelen is in een ethisch dilemma. Dit moeten goede argumenten zijn. Hier kun je feiten, cijfers en voorbeelden bij gebruiken. Niet 'dat vind ik' of 'dat heb ik ergens gelezen'. 
OPDRACHT 31 SAMEN DOEN

Slide 22 - Slide

Paragraaf 5: Ethiek als proces
D. Ethische motivatie (gemotiveerd zijn om het goede te doen in een situatie):
Vier redenen waarom mensen niet het goede doen:
1. Gemakzucht / desinteresse
2. Eigen belang
3. Je voelt je niet verantwoordelijk
4. Invloed vanuit de omgeving

Slide 23 - Slide

Paragraaf 5: Ethiek als proces
E. Ethisch handelen
Je oordeel omzetten in handelen. Doen wat jij denkt dat goed is. Aan de hand van de door jou gemaakte analyse. 

Slide 24 - Slide

Huiswerk
Lees par 5 vanaf blz. 48

Opdracht in tweetallen

Kies twee ethische dilemma's. Je mag de voorbeelden uit de les gebruiken of zelf bedenken. Gebruik het stappenschema dat is uitgelegd in de les. Dit kunnen je vinden in Teams (kanaal LB, bestanden, lesmateriaal). Beantwoord de vragen van onderdeel A en B, geef goede argumenten en leg uit wat jullie het goede vinden om te doen in deze situatie. 

Slide 25 - Slide

Paragraaf 6: Stappenplan en cases ethiek
Fase 1: Het formuleren van de case
Fase 2: Welke optieken spelen een rol?
Fase 3: Welke waarden spelen een rol?
Fase 4: Wat is het ethisch probleem?
Fase 5: Welke belanghebbenden spelen een rol?
Fase 6: Wie is moreel verantwoordelijk?
Fase 7: Het formuleren van een oplossing (ethisch oordeel)

Slide 26 - Slide

Eindopdracht
Lees par 6 (vanaf blz. 52)
Kies 1 van de 9 cases (boek of website) en werk deze uit volgens het stappenplan dat beschreven is in paragraaf 6. De opdracht mag in tweetallen worden gemaakt. Minimaal 500 woorden.

De andere opdrachten in je portfolio moeten in orde zijn. Op deze laatste opdracht wordt je beoordeeld.

Slide 27 - Slide

Portfolio Ethiek
- Opdracht hedonisme, eudemonisme of utilisme
- Opdracht 23, 24, 25
- Opdracht ethiek van Kant (twee filmpjes)
- Ethisch proces (twee voorbeelden)

- Stappenschema uitgewerkt voor 1 case (opdracht 37)

Slide 28 - Slide