Schoonmaakmiddelen en veiligheid

Schoonmaakmiddelen en veiligheid
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Schoonmaakmiddelen en veiligheid

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je het soort vuil en schoonmaakmiddelen identificeren, ken je veiligheidspictogrammen op verpakkingen en kun je een schoonmaakplan opstellen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over schoonmaakmiddelen en veiligheidspictogrammen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Soorten vuil en schoonmaakmiddelen
Er zijn verschillende soorten vuil, zoals vet, kalk en stof. Bij elk soort vuil horen specifieke schoonmaakmiddelen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Veiligheidspictogrammen
Op verpakkingen van schoonmaakmiddelen staan veiligheidspictogrammen die aangeven welke voorzorgsmaatregelen genomen moeten worden.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Betekenis van pictogrammen
Een pictogram met een vlam betekent bijvoorbeeld dat het product brandbaar is. Een doodshoofd duidt op giftigheid.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Schoonmaakplan opstellen
Een schoonmaakplan omvat taken, frequentie, verantwoordelijkheden en benodigde schoonmaakmiddelen voor het reinigen van een specifieke ruimte.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Taken en frequentie
Bij het opstellen van een schoonmaakplan moeten de taken en de frequentie van het schoonmaken zorgvuldig worden overwogen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Verantwoordelijkheden
Een schoonmaakplan moet duidelijk aangeven wie verantwoordelijk is voor welke taken en het bijhouden van de reiniging.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting en samenvatting
Nu weet je welk soort vuil en welke schoonmaakmiddelen er zijn, ken je veiligheidspictogrammen en kun je een schoonmaakplan opstellen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.