3ma 18 mrt

Programm:

Herzlichen Wilkommen 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Programm:

Herzlichen Wilkommen 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 

1.  je kunt een tekst over een reis door Duitsland begrijpen




Slide 2 - Slide

2e week huiswerk niet op orde
OVERLEG MENTOR/DO 1E UUR TUNKEN TENZIJ
Sehen-Wortschatz-Hören-Grammatik- Lesen 

Ismail -Joeri
Tessa    Luca K
Nick  Dylan
Haily   Kenso
savannah  Josue
Mikao  

Slide 3 - Slide

Donderdag controle  Schreiben + Lesen H 
 Repetitie K3 op 1 april.   Ook lees en luisterdeel. 

Je moet woorden en grammatica kunnen toepassen.  
vandaag opfrissen Grammatik 

Slide 4 - Slide

??????

Slide 5 - Slide

Modale Werkwoorden

Slide 6 - Slide

Duitse modale werkwoorden

Slide 7 - Mind map

MODALE HULPWERKWOORDEN
dürfen
können
mögen
      möchten
müssen
sollen
wollen
wissen



mogen, toestemming hebben
kunnen, in staat zijn tot
houden van, lusten
         graag (zouden) willen
moeten (noodzaak)
moeten (wil van een ander)
willen
weten


Slide 8 - Slide

muziekopdracht
44/45/46b klaar?   ga verder met je muziekopdracht of met opdrachten die je nog af moet maken

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Er ________ das Buch nicht finden.
A
könn
B
Könnt
C
kann
D
kannt

Slide 11 - Quiz

_________ du das Buch nicht finden?
A
könnt
B
könnst
C
kannt
D
kannst

Slide 12 - Quiz

Er________ gleich seine Hausaufgaben machen.
A
willt
B
wollt
C
will
D
woll

Slide 13 - Quiz

wat doe je als er geen ich, er of wir in de zin staat maar een zelfstandig naamwoord zoals:
Mein Freund, die Polizistin of meine Freunde??
bij welke uitgang of uitgangen kijk je dan?

Slide 14 - Open question

Die Lehrerin sagt, ihr _______ die Hausaufgaben machen!
A
sollt
B
müsst

Slide 15 - Quiz

Hausaufgaben _______ gemacht werden!
A
sollen
B
müssen

Slide 16 - Quiz

Modalverben verleden tijd

Slide 17 - Slide

je ziet zo een schema met werkwoorden in de verleden tijd.
Iedereen kan straks een antwoord geven op de vraag:

wat moet je weten over deze werkwoorden in de verleden tijd?
hoe leer je ze? regels?ezelsbrug?  

Slide 18 - Slide

Modale werkwoorden verleden tijd


(können)
ich
konn-te
du
konn- test 
er/sie/es
konn-te
wir
konn- ten
ihr
konn - tet 
sie/Sie
konn - ten

Slide 19 - Slide

Modalverben im Präteritum

Slide 20 - Slide

Wat valt op aan de uitgangen in de verleden tijd? Tips/ezelsbrug? Hoe leer je ze goed?  

Slide 21 - Slide

Er ________ das Buch nicht finden.
A
konn
B
Könn
C
konnte
D
könnte

Slide 22 - Quiz

Die Lehrerin sagte, ihr _______ die Hausaufgaben machen!
A
solltet
B
musstet
C
sollet
D
müsset

Slide 23 - Quiz

Hausaufgaben _______ gemacht werden!
A
müssten
B
müten
C
mussten
D
muten

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide