Leesdossier #430 Les 1

Welkom bij Nederlands
Jas aan de kapstok
Telefoon in de koffer
Niet eten/drinken/kauwgom
Neem plaats, laptop op tafel, tas op de grond, jas aan de kapstok. 
timer
5:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands
Jas aan de kapstok
Telefoon in de koffer
Niet eten/drinken/kauwgom
Neem plaats, laptop op tafel, tas op de grond, jas aan de kapstok. 
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Vandaag

Presentaties
Lesdoel
Korte uitleg PTA leesdossier 2
LessonUp oefenen
Evaluatie

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les kunnen jullie aangeven hoe een tekst is ingedeeld, hoe je verbanden herkent door middel van signaalwoorden, wat feiten, meningen en argumenten zijn.

Slide 3 - Slide

Jullie mogen inloggen in deze LessonUp

Slide 4 - Slide

Wat is de indeling van een tekst?
Waar begint het mee en hoe gaat het verder?

Slide 5 - Open question

Wat vind je terug in een inleiding?
Meerdere antwoorden
A
Aanleiding
B
Advies
C
Voorbeeld van het onderwerp
D
Samenvatting

Slide 6 - Quiz

Wat vind je NIET terug in de inleiding? Twee goede antwoorden
A
Hoofdgedachte
B
Anekdote
C
Iets over de opbouw van de tekst
D
Conclusie

Slide 7 - Quiz

In het middenstuk vind je vooral deelonderwerpen van het hoofdonderwerp.
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat vind NIET terug in het slot van een tekst?
A
Samenvatting
B
Conclusie
C
Aanleiding
D
Toekomstverwachting

Slide 9 - Quiz

Signaalwoorden helpen je om verbanden in een tekst te herkennen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij tekstverband tegenstelling?
A
Doordat, daardoor, als gevolg van
B
zo, zoals, neem nou, bijvoorbeeld
C
maar, echter, toch, hoewel

Slide 11 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij tekstverband oorzaak-gevolg
A
Doordat, daardoor, als gevolg van
B
zo, zoals, neem nou, bijvoorbeeld
C
ten eerste, eerst, tevens, daarna

Slide 12 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij tekstverband opsomming of volgorde?
A
maar, echter, toch, hoewel, daarentegen
B
zo, zoals, neem nou, bijvoorbeeld
C
ten eerste, eerst, tevens, daarna

Slide 13 - Quiz

Welke signaalwoorden horen bij tekstverband vergelijking?
A
doordat, daardoor, als gevolg van,
B
meer/minder dan, groter/kleinder dan, net zoals
C
waarmee, zodat, om ... te, door middel van

Slide 14 - Quiz

Noem zoveel mogelijk signaalwoorden bij het tekstverband conclusie.

Slide 15 - Open question

Met een feit kan je het eens of oneens zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Een mening kan je controleren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Wat is een argument?

Slide 18 - Open question

Zelfstandig werken
Als je nog geen cijfer voor woordenschat in SOM kan zien staan, heb jij dit onderdeel nog niet af. Deze maak je eerst af. 
Heb je dit wel, dan ga je aan het werk in Nieuw Nederlands digitaal. Je gaat naar: Eindexamen
                                               examenteksten lezen 
Je maakt opdracht 1 en je leert de woordenlijst. 

Slide 19 - Slide

Zelfstandig werken
Deze opdracht en het leren is tegelijkertijd huiswerk!

Slide 20 - Slide

Evaluatie
Wat vind ik in de inleiding?
In welk deel van een tekst staat meestal een conclusie?
Heb je alle opdrachten afgekregen?

Slide 21 - Slide