Ik wou dat ik kon zeggen dat ik de opdracht niet begreep,maar ik duwde het jongetje naast me en kreeg straf.
Ik wou dat ik kon zeggen dat ik niet kon werken met al die herrie,
maar ik wipte op mijn stoel en je had toch al 100x gezegd dat, dat niet mocht.
Ik wou dat ik mijn vinger op kon steken nu ik het antwoord echt wel wist,
maar ik riep het door de klas, voordat ik me bedacht.
Ik wou dat ik kon zeggen dat ik niet wist hoe ik moest spelen op het plein,
maar ik was vervelend, te druk en hield geen rekening met anderen.
Ik wou dat ik kon zeggen dat mijn hoofd al zo vol was,
maar ik sprong op de tafel en deed mijn gekste dans.
Ik wou dat ik kon zeggen dat ik niet wist hoe ik moest troosten,
maar ik lachte haar uit en noemde haar een huilbaby.
Ik wou dat ik goedemorgen kon zeggen als ik 's ochtends binnen kwam,
maar ik was onbeleefd en liep snel langs je heen.
Ik wou dat ik je in je ogen aan kon kijken als je tegen me sprak,
maar ik was brutaal en wendde me af.
Ik wou dat ik je uit kon leggen dat ik het allemaal niet zo bedoelde, dat ik het niet begreep en wist niet hoe.