This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Huiswerk
Het huiswerk voor deze les is het volgende:
- lezen pagina's 12 tot en met 22
- maken de opdrachten 12 t/m 30 uit het boek
Slide 1 - Slide
Ethiek
Wat weet je nog van de les van vorige week?
Slide 2 - Slide
Vervolg inleiding Ethiek
Slide 3 - Slide
lesdoelen
Je kunt vertellen:
1. wat bedoelen we met 'zin van het leven'
2. hoe je antwoord kunt geven op de zinvraag van jouw leven
Slide 4 - Slide
De reis als metafoor.
Slide 5 - Slide
Een woord is geschikt als wanneer het iets , duidelijk maakt over datgene waar het op wordt toegepast. Het woord dat als metafoor wordt gebruikt moet hebben met datgene waarop het wordt toegepast, overeenkomsten die er toe doen.
metafoor
onthult
overeenkomsten
Slide 6 - Drag question
Wat is een vaak gebruikte metafoor voor het leven?
A
school
B
hemel
C
reis
D
paradijslandschap
Slide 7 - Quiz
levensbeschouwing van 1 persoon
A
levensvraag
B
persoonlijke levensbeschouwing
C
zinvraag
D
gemeenschappelijke levensbeschouwing
Slide 8 - Quiz
Levensbeschouwing gaat ook over de zin van het leven. Je kunt daarbij 'zinvragen' stellen. Welke is geen zinvraag bij levensbeschouwing?
A
waarom leef ik?
B
wat is het doel van mijn leven?
C
ben ik gelukkig?
D
wat eten we vandaag?
Slide 9 - Quiz
Volgens welke filosoof is een relatie met God hebben het doel van het leven?
A
Camus
B
Sartre
C
Kierkegaard
D
Pascal
Slide 10 - Quiz
Wat is samengevat de essentie van de gedachtengang van Camus?
A
Omdat het leven geen zin heeft, leef je je leven niet bewust genoeg.
B
Omdat het leven wel zin heeft, leef je je leven heel erg bewust.
C
Omdat het leven geen zin heeft, leef je je leven des te bewuster.
D
Omdat het leven wel zin en betekenis heeft, leef je het des te bewuster.