Vragen hoofdstuk 4.1 t/m 4.3
1. Wat is het verschil tussen een telefoon en telefax?
2. Noem de twee soorten manieren van verbinden die er zijn.
3. Wat zijn de voordelen en nadelen van telefoneren?
4. Er zijn 4 elementen van het communicatieproces. Noem ze op.
5. We onderscheiden drie soorten klachten. Noem ze op.
6. Wat verstaan we onder klachtenprocedure?
7. Wat wordt bedoeld met telefonisch vergaderen? Wat zijn de voordelen en nadelen hiervan?
8. Wat is het verschil tussen internet, e-mail en intranet?