Formatieve toets periode 1 uitw.

Formatieve toets H1,2
  • Maken tijdens week 39, maximaal 13 minuten
  • Deze toets geeft een indicatie van je beheersing van de stof t/m week 38
  • Na afloop van de toets krijg je persoonlijke feedback van je docent
  • Deze feedback kan je gebruiken om je leerproces eventueel bij te sturen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Formatieve toets H1,2
  • Maken tijdens week 39, maximaal 13 minuten
  • Deze toets geeft een indicatie van je beheersing van de stof t/m week 38
  • Na afloop van de toets krijg je persoonlijke feedback van je docent
  • Deze feedback kan je gebruiken om je leerproces eventueel bij te sturen

Slide 1 - Slide

Van onderneming THFC is het volgende bekend:
Beginvoorraad 400 stuks a € 4,40
3 sep: inkoop 800 stuks a € 4,45
7 sep: verkoop 600 stuks a € 5,95
14 sep: inkoop 300 stuks a € 4,55
23 sep: verkoop 500 stuks a € 5,90
THFC gebruikt de fifo methode. Bereken de brutowinst op de verkoop van 23 sep.

Slide 2 - Open question

500 x ( 5,90 - 4,45 ) = 725

Slide 3 - Slide

Onderneming WHL gebruikt de vvp methode. De beginvoorraad is 1.500 kg en de vvp € 0,35 per kg. Op 4 november verkoopt WHL 900 kg voor € 0,54 per kg. Op 8 november kopen ze 700 kg in voor € 0,34. Op 24 november verkopen ze 600 kg voor € 0,55. Bereken het verkoopresultaat over november.

Slide 4 - Open question

900 x ( 0,54 - 0,35 ) = 171
600 x ( 0,55 - 0,35 ) = 120
171 + 120 = 291

Slide 5 - Slide

Onderneming WHL gebruikt de vvp methode. De beginvoorraad is 1.500 kg en de vvp € 0,35 per kg. Op 4 november verkoopt WHL 900 kg voor € 0,54 per kg. Op 8 november kopen ze 700 kg in voor € 0,34. Op 24 november verkopen ze 600 kg voor € 0,55. Bereken het budgetresultaat over november.

Slide 6 - Open question

700 x 0,01 = € 7,- positief

Slide 7 - Slide

Onderneming N17 heeft een machine aangeschaft voor € 72.000. De machine gaat 6 jaar mee en jaarlijks wordt 15% van de aanschafwaarde afgeschreven. Het interestpercentage is 3%. Bereken de jaarlijkse kosten voor N17 mbt deze machine.

Slide 8 - Open question

Afschrijving = 0,15 x 72.000 = 10.800
Restwaarde = 100 - 6x15 = 10%
           = 0,10 x 72.000 = 7.200
Interestkosten = 0,03 x ( 72000 + 7200 ) / 2 = 1.188
10.800 + 1.188 = 11.988

Slide 9 - Slide

Behoren de kosten van N17 mbt deze machine tot de constante of de variabele kosten? Motiveer je antwoord.

Slide 10 - Open question

Constante kosten, ze zijn onafhankelijk van de geproduceerde hoeveelheid

Slide 11 - Slide

N17 heeft een andere machine aangeschaft op 1/1/2017. Op 31/12/2019 had deze machine een boekwaarde van € 6.000,-. Jaarlijks wordt 20% van de aanschafwaarde afgeschreven en de levensduur is 4 jaar. Hoe hoog was de aanschafwaarde?

Slide 12 - Open question

Afgeschreven = 3 x 20 = 60%
€ 6.000 = 40%
6000 / 40 x 100 = € 15.000

Slide 13 - Slide

EINDE TOETS
Omschrijf hieronder hoe je denkt dat je de toets gemaakt hebt? Motiveer!

Slide 14 - Open question