Uitleg samentrekking en vervoegen Engelse werkwoorden
Werken aan weektaak
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands
Lezen (20 minuten)
Uitleg samentrekking en vervoegen Engelse werkwoorden
Werken aan weektaak
Slide 1 - Slide
Lezen
Wat? Lezen in een boek
Hoe? In stilte
Tijd? 20 minuten
timer
20:00
Slide 2 - Slide
Klopt dit?
Zij stak een kaars aan en een zebrapad over.
Slide 3 - Slide
Wie weet nog wat een samentrekking is?
Aan het eind van deze les:
weet je wat een foutieve samentrekking is
kun je een foutieve samentrekking verbeteren
Slide 4 - Slide
Samentrekking
Samentrekking: weglaten van één of meerdere woorden in een samengestelde zin.
Voorbeelden zijn land- en tuinbouw,oude en nieuwe boeken en hoofd- en kleine letters.
Slide 5 - Slide
Samentrekkingen
Voorbeelden goede samentrekking:
De man nam afscheid en (hij) bedankte zijn collega's voor het cadeau.
Ze maakte eerst zichzelf (op) en daarna haar vriendinnen op.
Voorbeelden foutieve samentrekking:
De man nam afscheid en werd een cadeau aangeboden.
Ze maakte eerst zichzelf en daarna de bedden op.
Slide 6 - Slide
Samentrekking
Voorwaarden correcte samentrekking:
Betekenis moet gelijk zijn (opmaken met make-up, bed opmaken=zelfde woord, andere betekenis)
Grammaticale functie moet gelijk zijn (ow, lv, mv etc)
Vorm moet gelijk zijn (enkelvoud-meervoud)
Slide 7 - Slide
Foutieve samentrekking
3 soorten fouten bij een samentrekking:
vorm klopt niet
betekenis klopt niet
grammaticale functie klopt niet
Slide 8 - Slide
3 niveaus
woord
woordgroep
zin
Slide 9 - Slide
samentrekking woordniveau
land- en tuinbouw
woorddeel 'bouw' is weggelaten; landbouw en tuinbouw
donkerblauw en -groen
woorddeel 'donker' weggelaten; donkerblauw en donkergroen
Slide 10 - Slide
samentrekking woordgroepsniveau
oude en nieuwe boeken
woord weggelaten: boeken
aardige artsen en verpleegkundigen
woord weggelaten: aardige
basis- en middelbaar onderwijs met streepje, omdat basisonderwijs één woord is waarvan je een deel weglaat
Slide 11 - Slide
samentrekking zinsniveau
‘Wij hebben onze doelen gehaald en zij bijna.’
Wij hebben onze doelen gehaald en zij hebben bijna hun doelen gehaald.
Slide 12 - Slide
Engelse werkwoorden vervoegen
Doel: Je kent de regels van de Engelse werkwoorden
Slide 13 - Slide
Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden vervoeg je zoveel mogelijk als Nederlandse werkwoorden!
Je gebruikt dus dezelfde regels.
Slide 14 - Slide
Engelse werkwoorden
Sommige woorden en werkwoorden die wij gebruiken, komen uit een andere taal. Je noemt ze leenwoorden.
Engelse werkwoorden vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden. Let op: Bij saven, timen en daten eindigt de stam op -e.
We 'vernederlandsen' de Engelse werkwoorden, behalve als je daardoor een verkeerde uitspraak krijgt.
Slide 15 - Slide
De leerling ... het document gisteren op haar Chromebook. (saven)
A
savde
B
savede
C
savete
D
savte
Slide 16 - Quiz
Hoe zit dat?
Bij het werkwoord saven eindigt de stam op een -e
-> save (spreek uit: seef)
De v van save zit niet in het 'T KoFSCHiP X
Daarom krijg je in de verleden tijd -de of - den
Ik save Ik savede Ik heb gesaved
Hij savet Wij saveden
Slide 17 - Slide
Bij de meeste werkwoorden werkt het dus hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.
Slide 18 - Slide
maar..... let op goed de uitspraak -n
Slide 19 - Slide
Vul bij iedere zin de juiste vorm van het voltooid deelwoord in:
1. Peter ................................... (scrollen) door zijn e-mails. 2. Voor dat project ................................... (researchen) ik vorige week in de databank. 3. Maxime................................... (stressen, vt) flink na zijn toets. 4. Heb jij vorige week ook ................................... (flyeren)? 5. Mijn moeder ................................... (recyclen) alles.